Als u of uw dierbare geheugenproblemen heeft, moet u niet meteen concluderen dat het om dementie gaat. Iemand moet ten minste twee soorten beperkingen hebben die het dagelijks leven aanzienlijk belemmeren om de diagnose dementie te krijgen.
Naast moeite met herinneren, kan de persoon ook beperkingen ondervinden in:
- taal
- communicatie
- focus
- redeneren
Subtiele veranderingen in het kortetermijngeheugen
Problemen met het geheugen kunnen een vroeg symptoom van dementie zijn. De veranderingen zijn vaak subtiel en hebben meestal betrekking op het kortetermijngeheugen. Een oudere persoon kan zich misschien gebeurtenissen van jaren geleden herinneren, maar niet wat hij of zij als ontbijt heeft gegeten.
Andere symptomen van veranderingen in het kortetermijngeheugen zijn bijvoorbeeld vergeten waar iemand iets heeft gelaten, moeite hebben zich te herinneren waarom iemand een bepaalde kamer is binnengegaan, of vergeten wat iemand op een bepaalde dag had moeten doen.
Moeite met het vinden van de juiste woorden
Een ander vroeg symptoom van dementie is moeite met het overbrengen van gedachten. Iemand met dementie kan moeite hebben iets uit te leggen of de juiste woorden te vinden om zich uit te drukken. Een gesprek voeren met iemand met dementie kan moeilijk zijn, en het kan langer duren dan normaal voordat het gesprek wordt afgerond.
Stemmingswisselingen
Een stemmingswisseling komt ook vaak voor bij dementie. Als u dementie heeft, is het niet altijd gemakkelijk om dit bij uzelf te herkennen, maar u kunt deze verandering wel bij iemand anders opmerken. Een depressie, bijvoorbeeld, is typerend voor beginnende dementie.
Naast stemmingsveranderingen kunt u ook een verandering in uw persoonlijkheid zien. Een typisch voorbeeld van een persoonlijkheidsverandering bij dementie is een verschuiving van verlegen naar extravert. Dit komt doordat de aandoening vaak het beoordelingsvermogen aantast.
Apathie
Apathie, of lusteloosheid, komt vaak voor bij beginnende dementie. Iemand met de symptomen kan zijn belangstelling voor hobby’s of activiteiten verliezen. Hij wil misschien niet meer uitgaan of iets leuks doen. Hij kan geen tijd meer willen doorbrengen met vrienden en familie, en emotioneel vlak lijken.
Moeite met het uitvoeren van normale taken
Een subtiele verschuiving in het vermogen om normale taken uit te voeren kan erop wijzen dat iemand beginnende dementie heeft. Dit begint meestal met moeite met complexere taken, zoals het uitbalanceren van een chequeboek of het spelen van spelletjes met veel regels.
Naast de moeite om vertrouwde taken uit te voeren, kan iemand ook moeite hebben om nieuwe dingen te leren of nieuwe routines te volgen.
Verwardheid
Iemand in het beginstadium van dementie kan vaak verward raken. Wanneer het geheugen, het denken of het beoordelingsvermogen verslappen, kan verwarring ontstaan omdat ze geen gezichten meer kunnen herinneren, niet meer de juiste woorden kunnen vinden of niet meer normaal met mensen kunnen omgaan.
Verwarring kan om een aantal redenen optreden en in verschillende situaties voorkomen. Ze kunnen bijvoorbeeld hun autosleutels kwijtraken, vergeten wat de volgende dag gaat gebeuren, of moeite hebben zich iemand te herinneren die ze eerder hebben ontmoet.
Moeite met het volgen van verhaallijnen
Moeite met het volgen van verhaallijnen kan optreden als gevolg van beginnende dementie. Dit is een klassiek vroeg symptoom.
Net zoals het vinden en gebruiken van de juiste woorden moeilijk wordt, vergeten mensen met dementie soms de betekenis van woorden die ze horen of hebben ze moeite om gesprekken of tv-programma’s mee te volgen.
Een falend richtingsgevoel
Het richtingsgevoel en de ruimtelijke oriëntatie beginnen vaak te verslechteren als dementie begint. Dit kan betekenen dat vertrouwde oriëntatiepunten niet meer worden herkend en dat regelmatig gebruikte aanwijzingen worden vergeten. Het wordt ook moeilijker om een reeks aanwijzingen en stapsgewijze instructies te volgen.
Het zich herhalen
Herhaling komt vaak voor bij dementie als gevolg van geheugenverlies en algemene gedragsveranderingen. De persoon kan dagelijkse taken herhalen, zoals scheren, of hij kan obsessief voorwerpen verzamelen.
Hij kan ook dezelfde vragen in een gesprek herhalen nadat ze zijn beantwoord.
Moeite zich aan te passen aan veranderingen
Voor iemand in een vroeg stadium van dementie kan de ervaring angst veroorzaken. Plotseling kunnen ze zich de mensen die ze kennen niet meer herinneren of niet meer volgen wat anderen zeggen. Ze weten niet meer waarom ze naar de winkel zijn gegaan, en verdwalen op weg naar huis.
Om die reden kunnen ze hunkeren naar routine en bang zijn om nieuwe ervaringen op te doen. Moeite om zich aan veranderingen aan te passen is ook een typisch symptoom van beginnende dementie.