De Olympische Winterspelen vinden maar eens in de vier jaar plaats en in die tijd zijn sporten waar het grootste deel van het land normaal gesproken geen aandacht aan besteedt, plotseling een paar weken lang in het middelpunt van de belangstelling. Soms moet je er even aan denken wat elke sport op de Olympische Spelen inhoudt om te begrijpen wat er op primetime gebeurt.
Alpineskiën is een populair evenement waaraan Team USA deze Spelen met 24 atleten deelneemt. Onder de paraplu van alpineskiën vallen verschillende afdalingswedstrijden, namelijk de afdaling, super-G, slalom, reuzenslalom en het gecombineerde onderdeel.
Wat is het verschil tussen de super-G en de reuzenslalom, de gewone slalom en de afdaling?
De slalomwedstrijd is de kortste wedstrijd van alle wedstrijden en bevat ook de snelste en krapste bochten van alle wedstrijden. Voor deze race nemen de skiërs elk twee afdalingen op twee verschillende slalomparcoursen, volgens de Internationale Ski Federatie.
De reuzenslalom heeft minder bochten dan de slalom en het parcours is iets breder met meer lange bochten. Voor deze wedstrijd geldt dezelfde regel van twee runs, en voor zowel de reuzenslalom als de slalom worden de tijden van beide runs op de twee banen bij elkaar opgeteld en de racer met de snelste tijd wint.
Super-G betekent eigenlijk “superreuzenslalom”. Dit onderdeel is een combinatie van de scherpe bochten die nodig zijn voor de slalom en de hoge snelheid van de afdaling. De skiërs doen deze afdaling één keer en degene die dat het snelst doet, wint.
De afdaling is het langste parcours in het alpineskiën en kent de hoogste snelheden.
Welke wedstrijden zijn opgenomen in het gecombineerde evenement?
Het gecombineerde evenement bestaat uit een afdalingswedstrijd en een slalomwedstrijd. De tijden van deze twee wedstrijden worden gecombineerd en de persoon met de snelste tijd is de winnaar.