Om chemische vergelijkingen in evenwicht te brengen, moeten we naar elk element afzonderlijk kijken aan beide kanten van de vergelijking.
Om te beginnen kunnen we de elementen optellen om te zien welke niet in evenwicht zijn.
CaCO3 + HCl -> CaCl2 + CO2 + H2O
Er is één Calciumatoom aan de linkerkant en één Calciumatoom aan de rechterkant, dus dit is in evenwicht.
Er is 1 Koolstofatoom links en 1 Koolstofatoom rechts, dus dit is in evenwicht.
Er zijn 3 Zuurstofatomen links en 3 Zuurstofatomen rechts, dus dit is in evenwicht.
Er is 1 waterstofatoom links en 2 rechts, dus dit is niet in evenwicht. Daarom moeten we het in evenwicht brengen door 2 moleculen HCl te gebruiken:
CaCO3 + 2HCl -> CaCl2 + CO2 + H2O
Ten slotte moeten we controleren of het chloor in evenwicht is, en dat is het zoals we kunnen zien zijn er nu 2 aan elke kant.
Wanneer je een vergelijking in evenwicht brengt, moet je het aantal gebruikte moleculen veranderen, weergegeven door de grote getallen vóór een molecuul, bijvoorbeeld 2HCl. Je kunt de kleine getallen niet veranderen, want dat is het aantal van elk element in een molecuul, en dan zou je een molecuul verzinnen dat nergens op slaat! Je kunt bijvoorbeeld niet H2Cl maken!
De eenvoudigste manier om vergelijkingen in evenwicht te brengen is door ze stap voor stap te doorlopen en elke keer dat je een verandering aanbrengt, na te gaan welke invloed dat heeft op de rest van de vergelijking.