Verhoging van plasma-magnesium is vaak het gevolg van overmatige inname (magnesiumbevattende maagzuurremmers of laxeermiddelen) en/of nierinsufficiëntie. Iatrogene hypermagnesemie kan ook optreden tijdens magnesiumsulfaattherapie voor zwangerschapshypertensie, zowel bij de moeder als bij de foetus. Minder vaak voorkomende oorzaken zijn bijnierinsufficiëntie, hypothyreoïdie, rhabdomyolyse en lithiumtoediening.
Klinische verschijnselen zijn hyporeflexie, sedatie, misselijkheid, braken, flushing, urineretentie, ileus en skeletspierzwakte. Hypermagnesemie lijkt de afgifte van acetylcholine te belemmeren en vermindert de gevoeligheid van de motorische eindplaat voor acetylcholine in de spieren. Vasodilatatie, bradycardie en myocardiale depressie kunnen leiden tot hypotensie bij > 10 mmol/dL (> 24 mg/dL). ECG-tekenen zijn inconsistent, maar omvatten vaak verlenging van het P-R-interval en verbreding van het QRS-complex. Markante hypermagnesemie kan leiden tot ademhalingsstilstand.
Hoewel milde hypermagnesemie in de setting van normale nierfunctie kan worden behandeld met ondersteunende zorg en het wegnemen van de oorzaak, is in sommige gevallen dialyse noodzakelijk. Alle bronnen van magnesiuminname (meestal maagzuurremmers) moeten worden gestopt. Intraveneus calcium kan tijdelijk de meeste effecten van hypermagnesemie tegengaan. Een lusdiaureticum samen met een infuus van ½-normale zoutoplossing in 5% dextrose verhoogt de uitscheiding van magnesium in de urine. Diuretica met normale zoutoplossing wordt over het algemeen niet aanbevolen om de kans op iatrogene hypocalciëmie te verminderen, omdat dit de effecten van hypermagnesemie versterkt. Bij hypermagnesemie moeten het ECG, de bloeddruk en de neuromusculaire functie nauwlettend in de gaten worden gehouden. Potentiëring van de vasodilaterende en negatieve inotrope eigenschappen van anesthetica moet worden verwacht. Doseringen van NMBA’s moeten met 25-50% worden verlaagd. Een urinekatheter is vereist wanneer diuretica- en zoutinfusies worden gebruikt om de magnesiumexcretie te verbeteren (zie boven). Seriële metingen van en kunnen nuttig zijn.