De cochleaire haarcellen bij de mens bestaan uit één rij binnenste haarcellen en drie rijen buitenste haarcellen (zie figuur 13.4). De binnenste haarcellen zijn de eigenlijke zintuiglijke receptoren, en 95% van de vezels van de gehoorzenuw die naar de hersenen projecteren, komen uit deze subpopulatie voort. De uiteinden op de buitenste haarcellen zijn bijna allemaal van efferente axonen die afkomstig zijn van cellen in de hersenen.
Een aanwijzing voor het belang van deze efferente route werd gegeven door de ontdekking dat de beweging van het basilair membraan wordt beïnvloed door een actief proces binnen het slakkenhuis, zoals reeds is opgemerkt. Ten eerste werd ontdekt dat het slakkenhuis daadwerkelijk geluid uitzendt onder bepaalde omstandigheden. Deze oto-akoestische emissies kunnen worden gedetecteerd door een gevoelige microfoon bij het trommelvlies te plaatsen en de respons te volgen na kortstondig een toon te hebben laten horen. Dergelijke emissies kunnen ook spontaan optreden. Deze waarnemingen wijzen er duidelijk op dat een proces binnen het slakkenhuis in staat is geluid te produceren. Ten tweede, stimulatie van de gekruiste olivocochleaire bundel, die efferente input levert aan de buitenste haarcellen, kan de achtste zenuw afstemcurves verbreden. Tenslotte bewegen geïsoleerde buitenste haarcellen in reactie op kleine elektrische stroompjes, blijkbaar doordat het transductieproces in omgekeerde richting wordt gestuurd. Het lijkt dus waarschijnlijk dat de buitenste haarcellen het frequentie-oplossend vermogen van het slakkenhuis aanscherpen door actief samen te trekken en te ontspannen, en zo de stijfheid van het tectoriaal membraan op bepaalde plaatsen te veranderen. Een dergelijk actief proces is in ieder geval noodzakelijk om de niet-lineaire trilling van het basilair membraan bij lage geluidsintensiteiten te verklaren (Box B).