Bourgeoisie, de sociale orde die wordt gedomineerd door de zogenaamde middenklasse. In de sociale en politieke theorie was het begrip bourgeoisie grotendeels een constructie van Karl Marx (1818-83) en van degenen die door hem werden beïnvloed. In de volksmond staat de term voor filistinisme, materialisme en een streven naar “respectabiliteit”, allemaal zaken die beroemd belachelijk werden gemaakt door Molière (1622-73) en bekritiseerd door avant-garde schrijvers sinds Henrik Ibsen (1828-1906).
De term bourgeois vindt zijn oorsprong in het middeleeuwse Frankrijk, waar hij een inwoner van een ommuurde stad aanduidde. De bijklank ervan werd belangrijk in de 18e eeuw, toen de middenklasse van professionals, fabrikanten en hun literaire en politieke medestanders een invloed in de politiek begonnen te eisen die in overeenstemming was met hun economische status. Marx was een van de vele denkers die de Franse Revolutie behandelden als een revolutie van de bourgeoisie.
In de marxistische theorie speelt de bourgeoisie een heldenrol door een revolutie in de industrie te ontketenen en de maatschappij te moderniseren. Zij probeert echter ook de voordelen van deze modernisering te monopoliseren door het bezitloze proletariaat uit te buiten en zo revolutionaire spanningen te veroorzaken. Het eindresultaat zal volgens Marx een eindrevolutie zijn waarin het bezit van de bourgeoisie onteigend wordt en klassenstrijd, uitbuiting en de staat worden afgeschaft. Maar al tijdens Marx’ leven was het duidelijk dat de bourgeoisie niet homogeen was en ook niet bijzonder geneigd om de rol te spelen die hij haar had toebedacht.
In een groot deel van het westerse discours was de term bourgeoisie halverwege de 20e eeuw vrijwel verdwenen uit het vocabulaire van politieke schrijvers en politici. Desalniettemin bleef het onderliggende idee dat de meeste politieke conflicten voortkomen uit concurrerende economische belangen en daarom in grote lijnen te maken hebben met eigendom – een inzicht dat voor het eerst door Aristoteles (384-322 v.Chr.) werd geboden – van toepassing.