Dit kleine varkentje… is helemaal geen varken! Cavia’s, ook wel cavia’s genoemd, zijn stevige kleine knaagdieren uit verschillende streken van Zuid-Amerika. De bekendste van deze familie is de gedomesticeerde cavia (Cavia porcellus), die vaak als huisdier wordt gehouden en onderverdeeld is in ongeveer 13 rassen.
Aangenomen wordt dat de Inca’s meer dan 3000 jaar geleden al cavia’s domesticeerden, en dat Spaanse ontdekkingsreizigers cavia’s meenamen uit de Andes van Zuid-Amerika naar Europa, waar ze als exotisch huisdier werden gehouden. De andere leden van het geslacht Cavia komen nog steeds voor in de wildernis over het hele continent.
Dus waar komt de naam “cavia” vandaan? Theorieën gaan ervan uit dat een cavia in het 16e eeuwse Engeland evenveel kostte als een cavia, dat de naam verwijst naar het piepende geluid dat de knaagdieren maken, of dat hun vlees qua smaak lijkt op speenvarken. Het is ook mogelijk dat schepen die de haven van Guyana in Zuid-Amerika of Guinea in West-Afrika verlieten, de knaagdieren naar Europa hebben vervoerd en dat de naam is blijven hangen.
De uitgebreide familie. Cavia’s zijn nauwer verwant aan de knaagdieren uit de geslachten Microcavia, Galea, Hydrochoerus, Kerodon, en Dolichotis; waartoe ook andere cavia’s, capibara’s, en mara’s behoren. De grote capibara Hydrochoerus hydrochaeris, bijvoorbeeld, is het grootste knaagdier ter wereld.
Een familiegelijkenis. Hoewel de verschillende soorten cavia’s verschillen in grootte, zijn er enkele gemeenschappelijke kenmerken: een stevig lichaam, een korte staart, een grote kop met korte oren, en voortdurend groeiende, platgekroonde kaaktanden (20 stuks). Hun dichte, grove vacht varieert van olijf-, kaneel-, en roodbruin tot geelgrijs. Sommige, zoals de grote cavia (C. magna) hebben glanzend zwarte strepen over hun rug. De onderdelen zijn gewoonlijk witachtig tot grijs. De voetzolen zijn onbehaard en de klauwen zijn scherp. Bij de gedomesticeerde cavia’s is een scala van kleuren, haarlengte en vachtstructuur mogelijk.