(a) Omschrijving. (1) Ontbijtcacao is het levensmiddel dat wordt bereid door het verpulveren van het materiaal dat overblijft nadat een deel van het cacaovet uit gemalen cacaonibs is verwijderd. Ontbijtcacao bevat ten minste 22 gewichtspercenten cacaovet, bepaald volgens de in § 163.5(b) voorgeschreven methode.
(2) Facultatieve alkali-ingrediënten als bedoeld in paragraaf (b)(1) van deze afdeling mogen als zodanig worden gebruikt bij de bereiding van ontbijtcacao onder de voorwaarden en beperkingen van § 163.110(b)(1).
(3) De in punt b)(2) van dit lid genoemde facultatieve neutralisatiemiddelen mogen als zodanig bij de bereiding van de ontbijtcacao worden gebruikt onder de voorwaarden en beperkingen van § 163.110 b)(2).
(4) Ontbijtcacao mag gekruid, op smaak gebracht of op smaak gebracht worden met een of meer van de in de punten b)(3) en b)(4) van dit lid genoemde ingrediënten.(b) Facultatieve ingrediënten. De volgende veilige en geschikte ingrediënten mogen worden gebruikt:
(1) Alkali-ingrediënten. Ammonium-, kalium- of natriumbicarbonaat, -carbonaat of -hydroxide, of magnesiumcarbonaat of -oxide, als zodanig gebruikt, of in waterige oplossing;
(2) Neutralisatiemiddelen. Fosforzuur, citroenzuur en L-wijnsteenzuur, als zodanig of in waterige oplossing gebruikt;
(3) Specerijen, natuurlijke en kunstmatige smaakstoffen en andere kruiderijen die noch afzonderlijk noch in combinatie een smaak geven die de smaak van chocolade, melk of boter imiteert; of
(4) Zout.
(c) Nomenclatuur. De benaming van het levensmiddel is “ontbijtcacao”, of “cacao met hoog vetgehalte”.
(1) Wanneer een in punt b)(1) van deze afdeling vermeld facultatief alkali-ingrediënt wordt gebruikt, inclusief die welke worden gebruikt bij de bereiding van de cacaonibs waaruit de ontbijtcacao is bereid, wordt de benaming van het levensmiddel aangevuld met de vermelding “Verwerkt met alkali”, of “Verwerkt met ___”, waarbij de spatie wordt ingevuld met de gangbare of gebruikelijke naam van het specifieke alkali-ingrediënt dat in het levensmiddel wordt gebruikt.
(2) Wanneer een in punt b)(2) van deze afdeling genoemd facultatief neutraliserend middel wordt gebruikt, inclusief middelen die worden gebruikt bij de bereiding van de cacaonibs waaruit de ontbijtcacao is bereid, wordt bij de benaming van het levensmiddel de vermelding “Verwerkt met neutraliserend middel” of “Verwerkt met ___” aangebracht, waarbij de gebruikelijke of gebruikelijke benaming van het in het levensmiddel gebruikte specifieke neutraliserende middel wordt ingevuld.
(3) Wanneer in de ontbijtcacao een of meer van de in punt b)(3) van dit deel gespecificeerde specerijen, smaak- of kruidensoorten worden gebruikt, moet op het etiket een passende vermelding worden aangebracht, bv, “Specerij toegevoegd”, “Gearomatiseerd met ___”, of “Met ___ toegevoegd”, waarbij de gebruikelijke of gebruikelijke naam van de gebruikte specerij, het aroma of de kruiderij moet worden ingevuld, overeenkomstig § 101.22 van dit hoofdstuk.
(4) Wanneer twee of meer van de in dit lid genoemde vermeldingen vereist zijn, mogen deze vermeldingen worden gecombineerd op een wijze die passend maar niet misleidend is.
(5) Wanneer de benaming van het levensmiddel op het etiket zo duidelijk zichtbaar is dat zij onder gebruikelijke aankoopvoorwaarden gemakkelijk kan worden waargenomen, wordt de in dit lid voorgeschreven vermelding van de facultatief gebruikte ingrediënten zonder tussenliggend drukwerk of grafische voorstellingen aan de benaming voorafgegaan of erop gevolgd.
(d) Vermelding op het etiket. Elk van de in het levensmiddel gebruikte ingrediënten wordt op het etiket vermeld zoals voorgeschreven in de van toepassing zijnde delen van de delen 101 en 130 van dit hoofdstuk.