Cultuurgebonden Syndroom beschrijft een ziekte of combinatie van symptomen die alleen binnen een specifieke cultuur of groep als ziekte of stoornis wordt erkend. Het wordt niet erkend als een stoornis in een andere samenleving of cultuur. In de DSM-IV worden veel cultuurgebonden syndromen genoemd, zoals ‘amok maken’, een plotselinge agressieve en destructieve aanval op anderen of de omgeving. Het komt typisch voor bij een individu na een periode van teruggetrokken gedrag of piekeren.
Running amok wordt beschouwd als een syndroom in Maleisië, Singapore en Indonesië (of ‘mal de pelea’ in Puerto Rico), maar wordt in geen enkele andere cultuur erkend. In de DSM-V wordt de term cultuurgebonden syndroom niet specifiek genoemd en wordt getracht dit begrip op een andere en minder cultureel bevooroordeelde manier uit te leggen. Het is vervangen door een drieledige uitleg van 1) culturele syndromen, 2) culturele idiomen van distress, en 3) culturele verklaringen van distress of vermeende oorzaken.
Een ander voorbeeld van dit concept dat in de DSM-V is opgenomen, is een khyâl-aanval (“windaanval”) die voorkomt bij Cambodjaanse bevolkingsgroepen. Het is een angstaanval die wordt gekenmerkt door duizeligheid, hartkloppingen en/of een pijnlijke nek, en kortademigheid. Hij kan worden uitgelokt door angst, bezorgdheid, rechtop staan, rijden in voertuigen en drukte. De beschrijvingen van de aanval zijn specifiek voor de Cambodjaanse cultuur en hun perceptie van de aandoening en de symptomen.