Canada heeft drie belangrijke bestuursniveaus.
1. Het federale niveau (van het Latijnse foedus, wat liga betekent).
Dit bestuursniveau houdt zich bezig met de rechtsgebieden die in de Constitution Act, 1867 zijn opgesomd en die in het algemeen het hele land aangaan.
2. Het provinciale niveau (van het Latijnse provincia, wat onder Romeins bestuur betekent: van pro, ergens voor zijn, en vincere, iets veroveren) en het territoriale niveau (van het Latijnse terra, wat land betekent).
In elk van de 10 provincies in Canada is de provinciale overheid verantwoordelijk voor de gebieden die in de Constitution Act, 1867, worden genoemd, zoals onderwijs, gezondheidszorg, sommige natuurlijke hulpbronnen en verkeersregels. Soms delen zij de verantwoordelijkheid met de federale regering. De drie territoria hebben hun eigen regering, met verantwoordelijkheden die hen door de federale regering worden gegeven.
3. Het gemeentelijke niveau (van het Latijnse municipalis, wat betekent van een burger van een vrije stad).
Dit is het bestuursniveau dat meestal is gevestigd in een stad, dorp of district (een gemeente). Gemeentebesturen zijn verantwoordelijk voor zaken als bibliotheken, parken, gemeentelijke watersystemen, lokale politie, wegen en parkeergelegenheid. Zij krijgen de bevoegdheid voor deze gebieden van de provinciale overheden.
In het hele land zijn er ook bandraden, die gemeenschappen van de First Nations besturen. Deze gekozen raden nemen besluiten die van invloed zijn op hun lokale gemeenschappen.