Dispensatie (periode)

Het concept van een dispensatie – de ordening van indelingen in de Bijbelse geschiedenis – gaat terug tot Irenaeus in de tweede eeuw. Andere christelijke schrijvers en leiders sindsdien, zoals Augustinus van Hippo en Joachim van Fiore (1135-1202), hebben ook hun eigen dispensatie-indelingen van de geschiedenis voorgesteld. Veel protestantse schrijvers, waaronder Herman Witsius, Francis Turretin, en Isaac Watts (1674-1748) predikten en onderwezen ook dispensatieschema’s en verdelingen, en de Westminster Confession of Faith noteerde “verschillende bedelingen” in 1646.

Binnen het dispensationalisme zijn bedelingen een reeks chronologisch opeenvolgende bedelingen van de Bijbelse geschiedenis. Het aantal bedelingen dat wordt aangehouden is typisch drie, vier, zeven of acht. De drie en vier dispensatieschema’s worden vaak aangeduid als minimalistisch, omdat zij de algemeen aanvaarde grote breuken in de bijbelse geschiedenis erkennen. De zeven en acht bedelingen worden vaak in verband gebracht met de aankondiging of inwijding van bepaalde bijbelse verbonden. Het verschil in aantal heeft te maken met de mate van detail die door de auteur of spreker wordt benadrukt. Hieronder staat een tabel waarin enkele van de verschillende dispensatieschema’s worden vergeleken:

Range van Bijbelhoofdstukken
Schema’s Genesis 1-3 Genesis 3-8 Genesis 9-11 Genesis 12
tot Exodus 19
Exodus 20 tot
Acts 1
Acts 2 tot
Revelation 20
Revelation 20:4-6 Openbaring 20-22
7 of 8 Dispensationeel
Schema
Innocence
of Edenic
Conscience
of Antediluvian
Civil Government Patriarchaal
of Belofte
Mosaïsch
of Wet
Gras
of Kerk
Millennial Koninkrijk Eeuwige Staat
of Finale
4 Dispensationeel
Schema
Patriarchaal Mozaïsch Ecclesiaal Zionaal
3 Dispensationeel
Schema
(Gereformeerd of minimalistisch standpunt)
Vrijheid Gatio (Wet) Gatio (Evangelie) Koninkrijk

Deze verschillende bedelingen zijn geen afzonderlijke wegen van verlossing. Tijdens elk van hen wordt de mens met God verzoend op slechts één manier, (d.w.z. door Gods genade door het werk van Christus dat werd volbracht aan het kruis en gerechtvaardigd in Zijn opstanding). Vóór het kruis werd de mens gered op basis van het verzoenend offer van Christus, door te geloven in de openbaring die tot dusver was gegeven. Sinds het kruis is de mens gered door te geloven in de Heer Jezus Christus, in wie de openbaring en de verlossing zijn voltooid. Van de kant van de mens is de voortdurende eis gehoorzaamheid aan de openbaring van God. Deze gehoorzaamheid wordt rentmeesterschap van het geloof genoemd.

Hoewel de goddelijke openbaring zich geleidelijk ontvouwt, wordt de afzetting van de waarheid in vroegere perioden niet terzijde geschoven, maar is zij cumulatief. Zo is het geweten (morele verantwoordelijkheid) een blijvende waarheid in het menselijk leven (Ro. 2:15; 9:1; 2Ko. 1:12; 4:2), hoewel het niet voortduurt als een bedeling. Evenzo zijn de geredden van deze huidige bedeling “niet onder de wet” als een specifieke test van gehoorzaamheid aan de goddelijke openbaring (Gal. 5:18; cp. Gal. 2:16; 3:11), maar toch blijft de wet een integraal onderdeel van het Dispensationele onderwijs. De wet maakt duidelijk dat, hoewel Christus de wet voor ons vervuld heeft, wij door de wet de zonde hebben leren kennen (Rom. 7,7), en zij is een integrerend deel van de Heilige Schrift, die voor de verlosten nuttig is voor de “training in de gerechtigheid” (2Ti. 3,16-17; cp. Ro. 15,4). Het doel van elke bedeling is dus om de mens onder een specifieke gedragsregel te plaatsen, maar dit rentmeesterschap is geen voorwaarde voor verlossing. In elke voorbije bedeling heeft de onherboren mens gefaald, zoals hij nu faalt in de huidige bedeling, en hij zal ook in de toekomst falen tot de Eeuwigheid aanbreekt. Redding is en zal beschikbaar blijven voor iedereen door Gods genade door geloof. (The New Scofield Study Bible, 1984, pg. 3-4).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *