Een Jiffy wordt gebruikt als een werkelijke tijdseenheid

BliksemVandaag kwam ik erachter dat een ‘jiffy’ wordt gebruikt als een werkelijke tijdseenheid.

Het woord ‘jiffy’ bestaat al sinds ten minste het einde van de 18e eeuw. Waar het van afgeleid is, is onbekend, maar het dook voor het eerst op als “dievenjargon voor ‘bliksem'”. Ongeveer anderhalve eeuw later stelde de beroemde natuurkundige scheikundige Gilbert Newton Lewis, die overigens ook het woord ‘foton’ bedacht, voor om een ‘jiffy’ officieel te definiëren als de tijd die licht nodig heeft om één centimeter af te leggen in een vacuüm (ongeveer 33,3564 picoseconden). Sindsdien hebben anderen in de natuur- en scheikunde alternatieve afstanden voorgesteld om een jiffy over te meten, in plaats van licht dat een centimeter reist, maar de oorspronkelijke waarde wordt nog steeds het meest gebruikt in de natuur- en scheikunde. Iemand zou Jiffy Lube moeten aanklagen wegens valse reclame!

De term “jiffy” heeft zich vertakt om op andere gebieden andere tijdswaarden te betekenen dan in de natuur- en scheikunde. In de computerwetenschap bijvoorbeeld is wat een jiffy precies in tijd betekent, gebonden aan timer interrupts, gedefinieerd als “de duur van één tick van een timer interrupt”. Dit varieert uiteraard van systeem tot systeem, maar ligt meestal tussen 1-10 ms, waarbij de gangbare waarde 10 ms is.

Voor elektrotechnici had jiffy oorspronkelijk een andere betekenis dan tegenwoordig, namelijk in verband met wisselstromen. Het was .0167 of .02 seconden, de tijd tussen wisselspanningcycli (.0167 seconden in de Verenigde Staten en .02 seconden in Europa). Tegenwoordig betekent het echter meestal .01 seconden (10 ms), zoals in de informatica, maar in dit geval om geen andere reden dan dat dit de resolutie is van de meeste stopwatches.

Bij Jiffy Lube betekent ‘jiffy’ blijkbaar ongeveer 4800 seconden (80 minuten), wat ongeveer de tijd was die ze nodig hadden om mijn olie te verversen de laatste keer dat ik er was, met de nadruk op “de laatste keer”.

Bonusfeiten:

  • Dr. Gilbert Lewis bedacht niet alleen het woord ‘foton’ en de officiële definitie van ‘jiffy’ in de natuur- en scheikunde, maar hij werd ook 35 keer genomineerd voor een Nobelprijs, maar won er nooit één, iets wat hem mateloos dwars zat. Hij leidde onder meer de relatie tussen massa en energie af in 1908, op een andere manier dan Albert Einstein, en verrichtte belangrijk relativiteitswerk; ontwikkelde als eerste een methode om “zwaar water” (deuteriumoxide) te zuiveren; ontdekte de covalente binding; hervormde de chemische thermodynamica om deze begrijpelijker te maken voor “normale” scheikundigen; en paste onder meer synthetische meetkunde toe op de ruimte-tijd.
  • Er wordt gespeculeerd dat de dood van Lewis geen ongeluk was, maar eerder een zelfmoord. Op de dag van zijn dood ontving hij een eredoctoraat van Berkeley en ontmoette daarna zijn oude rivaal, Irving Langmuir, (Nobelprijswinnaar 1932) voor de lunch. Langmuir had de theorie van Lewis over chemische bindingen verder uitgewerkt en won gedeeltelijk daarvoor de Nobelprijs, terwijl Lewis opnieuw de snub kreeg van de Nobelprijs-stemmers. Nadat hij terugkwam van zijn lunch, verklaarden Lewis’ medewerkers dat hij in een zeer sombere en chagrijnige stemming was. Kort daarna werd hij dood aangetroffen in zijn lab. Op dat moment was hij aan het experimenteren met vloeibaar waterstofcyanide, zodat de dood aanvankelijk als een ongeluk werd beschouwd, maar veel van zijn collega’s, zoals professor William Jolly, verklaarden dat zij dachten dat het zelfmoord was.
  • Lewis werd opnieuw afgesnauwd door de Nobelprijs-stemmers toen een van zijn studenten, Harold Urey, in 1934 een Nobelprijs won voor de ontdekking van deuterium. Lewis vond dat hij mede-winnaar had moeten zijn vanwege de aanzienlijke hoeveelheid werk die hij rond dezelfde tijd op hetzelfde gebied had verricht, zoals het ontwikkelen van de methode om deuteriumoxide te zuiveren en het bestuderen van verschillende kenmerken ervan.
  • Lewis was de mentor van de beroemde chemicus Glenn T. Seaborg, die in 1951 de Nobelprijs voor de Scheikunde won. Seaborg heeft ook het element Seaborgium naar zich laten vernoemen. Blijkbaar was het goed om een student van Dr. Lewis te zijn.
  • Lewis bedacht het woord ‘foton’ in 1926. Interessant is dat hij het niet voorstelde om de kleinste eenheid van licht te beschrijven zoals wij er tegenwoordig aan denken, maar van een niet-energetisch, ‘onverwoestbaar’ structureel element van licht. Dit was uiteraard volledig onjuist en anders dan Einsteins kwantumtheorie van het licht, die Einstein niet fantasierijk een “lichtkwantum” noemde. Blijkbaar vonden anderen de naam van Lewis beter, ook al had hij ongelijk met zijn theorie, want in plaats daarvan werd het woord ‘foton’ aangenomen.
  • Lewis bedacht ‘foton’ op basis van het Griekse woord voor licht, phôs.
  • Een ander woord dat Lewis had bedacht en dat werd overgenomen was ‘vluchtigheid’ om “de dampspanning van een damp aan te duiden waarvan wordt aangenomen dat het een ideaal gas is, verkregen door de vastgestelde dampspanning te corrigeren en bruikbaar als maatstaf voor de ontsnappingsneiging van een stof uit een heterogeen systeem.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *