Embolisatie is een optie voor sommige patiënten met tumoren die niet operatief kunnen worden verwijderd. Het kan worden gebruikt bij mensen met tumoren die te groot zijn om met ablatie te worden behandeld (meestal groter dan 5 cm in doorsnede) en bij wie de leverfunctie voldoende is. Het kan ook worden gebruikt in combinatie met ablatie. Door embolisatie kan de bloedtoevoer naar het normale leverweefsel enigszins worden verminderd. Daarom is embolisatie mogelijk geen goede optie voor sommige patiënten bij wie de lever is beschadigd door ziekten als hepatitis of levercirrose. Het is nog niet duidelijk welke vorm van embolisatie op de lange termijn een beter resultaat geeft.
Patiënten die dit type behandeling krijgen, blijven meestal niet de hele nacht in het ziekenhuis.
Trans-arteriële embolisatie (TAE)
Bij trans-arteriële embolisatie wordt een katheter (een dun, flexibel slangetje) via een kleine snede in een slagader in de binnenkant van de dij ingebracht en omhoog geschoven naar de leverslagader in de lever. Meestal wordt een kleurstof in de bloedbaan gespoten om de arts te helpen het traject van de katheter te volgen. Zodra de katheter op zijn plaats zit, worden kleine deeltjes in de slagader geïnjecteerd om deze af te sluiten, zodat zuurstof en belangrijke voedingsstoffen uit de tumor worden geblokkeerd.
Trans-arteriële chemo-embolisatie (TACE)
Trans-arteriële chemo-embolisatie is meestal de eerste vorm van embolisatie die wordt toegepast bij grote vormen van leverkanker die niet met een operatie of ablatie kunnen worden behandeld. Hierbij wordt embolisatie gecombineerd met chemotherapie (chemo). Meestal gebeurt dit door chemotherapie via de katheter rechtstreeks in de slagader toe te dienen en vervolgens de slagader af te sluiten, zodat de chemo dicht bij de tumor kan blijven.
Drug-eluting bead chemo-embolisatie (DEB-TACE)
Drug-eluting bead chemo-embolisatie combineert TACE-embolisatie met drug-eluting beads (kleine korrels die een chemotherapeutisch middel bevatten). De procedure is in wezen dezelfde als TACE, behalve dat de slagader wordt geblokkeerd nadat de drug-eluting beads zijn ingespoten. Omdat de chemo zich fysiek dicht bij de kanker bevindt en omdat de drug-eluting beads de chemo langzaam vrijgeven, is de kans groter dat de kankercellen beschadigd worden en afsterven. De meest gebruikte chemo-geneesmiddelen voor TACE of DEB-TACE zijn mitomycine C, cisplatine en doxorubicine.
Radio-embolisatie (RE)
Radio-embolisatie combineert embolisatie met bestralingstherapie. Dit wordt gedaan door kleine bolletjes (microsferen genoemd) met een radioactief isotoop (yttrium-90 of Y-90) in de leverslagader te injecteren. Na infusie nestelen de bolletjes zich in de bloedvaten in de buurt van de tumor, waar ze gedurende enkele dagen kleine hoeveelheden straling afgeven aan de plaats van de tumor. De straling legt een zeer korte afstand af, zodat de effecten voornamelijk beperkt blijven tot de tumor.
Mogelijke bijwerkingen van embolisatie
Mogelijke complicaties na embolisatie zijn onder meer:
- Buikpijn
- Koorts
- Nausea
- Infectie in de lever
- Bloedstolsels in de belangrijkste bloedvaten van de lever
Soms kan het 4-6 weken duren om volledig te herstellen van de ingreep. Omdat gezond leverweefsel kan worden aangetast, bestaat het risico dat de leverfunctie verslechtert na embolisatie. Dit risico is groter als een grote tak van de leverslagader wordt geëmboliseerd. Ernstige complicaties komen niet vaak voor, maar zijn wel mogelijk.