Fibrine, een onoplosbaar eiwit dat wordt aangemaakt als reactie op bloedingen en het belangrijkste bestanddeel is van de bloedklonter. Fibrine is een taaie eiwitsubstantie die is gerangschikt in lange vezelketens; het wordt gevormd uit fibrinogeen, een oplosbaar eiwit dat door de lever wordt geproduceerd en zich in bloedplasma bevindt. Wanneer weefselschade tot bloedingen leidt, wordt fibrinogeen in de wond omgezet in fibrine door de werking van trombine, een stollingsenzym. Fibrinemoleculen combineren zich vervolgens tot lange fibrinedraden die bloedplaatjes verstrikken, waardoor een sponsachtige massa ontstaat die geleidelijk verhardt en samentrekt om de bloedprop te vormen. Dit verhardingsproces wordt gestabiliseerd door een stof die bekend staat als fibrine-stabiliserende factor, of factor XIII.
Bij bepaalde zeldzame erfelijke aandoeningen kan deze fase van het bloedstollingsmechanisme niet goed werken. Enkele personen hebben een erfelijk tekort aan fibrinogeen of produceren abnormaal fibrinogeen. Bij verwonding van deze personen kan fibrine zich niet in voldoende hoeveelheid vormen om een goede bloedklonter te vormen. Een andere zeldzame erfelijke ziekte is een gebrek aan factor XIII, waardoor bloedingen moeilijk te stoppen zijn.