Doelstellingen: Deze studie had tot doel de frequentie van een persisterende dooierzak bij zwangerschappen van 12 tot 13 weken te bepalen en te onderzoeken of een persisterende dooierzak geassocieerd is met een ongunstige zwangerschapsuitkomst.
Methoden: Deze studie beoordeelde in totaal 282 vrouwen die een normale singletonzwangerschap hadden met een zwangerschapsduur van 12 weken tot 13 weken 6 dagen en die opeenvolgend werden opgenomen in het studiecentrum voor screening in het eerste trimester (op chromosomale afwijkingen) tussen april 2010 en februari 2011. Een persisterende dooierzak werd gedefinieerd als een dooierzak die een diameter van 5,6 mm of groter heeft bereikt zonder zijn interne druk te verliezen in de 12e week van de zwangerschap of later.
Resultaten: Een persisterende dooierzak werd gedetecteerd door sonografie in 25 zwangerschappen. De gemiddelde diameter van de persisterende dooierzak ± SD was 6,3 ± 0,2 mm (range, 5,6-8,0 mm). De frequentie van een persisterende dooierzak bij zwangerschappen van 12 weken was significant hoger dan die bij 13 weken (P = .017). Een persisterende dooierzak was niet geassocieerd met ongunstige perinatale uitkomsten, waaronder abnormale sonografische bevindingen, geïsoleerde structurele afwijkingen, slechte obstetrische uitkomsten en perinatale sterfte.
Conclusies: Hoewel dooierzakken meestal verdwijnen tegen het einde van het eerste zwangerschapstrimester, kunnen ze soms persisteren zelfs tot de 13e week van de zwangerschap. De persistentie van de dooierzak lijkt geen verband te houden met een ongunstig perinataal resultaat.