Fūl medames werd vanuit Egypte geëxporteerd naar andere delen van de Arabische wereld, en andere delen van Afrika en Azië, maar vooral naar Irak, Libanon, Syrië, Jordanië, Palestina, Saoedi-Arabië, Jemen, Somalië, Ethiopië, Eritrea, Soedan, Marokko en Libië.
Midden-OostenEdit
Ful is een populair ontbijtgerecht in Syrië, vooral in Aleppo. De favabonen blijven de hele nacht sudderen in grote koperen potten, om de volgende ochtend te worden geserveerd; de bonen zwemmen in tahini en olijfolie, aangevuld met een vleugje rode peperpasta (gemaakt van Aleppo-peper) eroverheen.
In Jordanië wordt ful net als hummus gemaakt in de vorm van een dip, meestal gemaakt met tahini, knoflook, tomaat, citroensap, gemalen komijn, olijfolie, groene pepers en zout.
AfrikaEdit
In Somalië is fuul een hoofdbestanddeel van het ontbijteten. Het wordt vaak geserveerd met eieren, Khubz/Ceesh brood of het traditionele Somalische platte brood genaamd Laxoox/Canjeero. Het lijkt sterk op de Egyptische, Soedanese en Saudische varianten van het gerecht, maar is meestal pittiger door het gebruik van het Xawaash-kruidenmengsel (komijn, koriander, salie, peperkorrels, fenegriek, kurkuma, gember, kardemom, kruidnagel, nootmuskaat en saffraan) door de Somaliërs.
In Marokko staat ful bekend als bissara en bestaat uit fava bonen en gespleten groene erwten (plaatselijk bekend als jabbana) samen gekookt met knoflook en geserveerd met komijn en kruiden. Het is vooral populair in het noorden van het land en wordt gegeten tijdens de koude wintermaanden.
In Ethiopië (en Eritrea) is ful een van de weinige gerechten die niet wordt gegeten met een pannenkoekachtig brood genaamd injera, maar wordt geserveerd met tarwebloembrood. Plaatsen waar ful en het bijbehorende meelbrood worden geserveerd, hebben vaak een gemeenschappelijke keuken voor klanten die dergelijke broden willen bakken, omdat meelbrood niet typisch is voor het Ethiopische of Eritrese dieet. De bonen worden bedekt, of vermengd, met een combinatie van olie en berbere.
Andere regio’sEdit
In Malta wordt ful bit-tewm (bonen met knoflook) gewoonlijk geassocieerd met vasten tijdens de vastentijd en Goede Vrijdag. De bonen worden een nacht in water geweekt, gekookt in olie met knoflook en verse of gedroogde munt, en voor het serveren opgemaakt met olijfolie of azijn.
De maaltijd heeft ook Maleisië bereikt, met name de staat Johore, en Singapore, waar hij is aangepast tot het lokale recept kacang pool, waarin ghee in plaats van olie en gehakt vlees is verwerkt. Ook worden bonen en gebakken bonen toegevoegd om het gerecht meer body te geven.