Gebeurtenisgerichte counseling

COUNSELING VOOR SPECIFIEKE INSTANTIES

5-13. Soms is counseling gekoppeld aan specifieke gevallen van superieure of ondermaatse dienstprestaties. Bijvoorbeeld, u vertelt uw soldaat of de prestatie al dan niet aan de norm voldeed en wat de soldaat goed of fout deed. De sleutel tot succesvolle counseling voor specifieke prestaties is om de counseling sessie zo dicht mogelijk bij het moment van de gebeurtenis uit te voeren.

5-14. Neem bij het counselen van een soldaat voor specifieke prestaties de volgende acties:

Vertel de soldaat het doel van de counseling, wat werd verwacht en hoe hij/zij er niet in slaagde aan de norm te voldoen.

Bespreek het specifieke onaanvaardbare gedrag of de actie, niet het karakter van de persoon.

Vertel de soldaat het effect van de prestatie op de rest van de eenheid.

Luister actief naar de reactie van de soldaat.

Blijf niet emotioneel.

Leer de soldaat hoe hij aan de norm kan voldoen.

Bereid u voor op enige persoonlijke counseling aangezien het gebrek aan prestatie gerelateerd kan zijn aan of het gevolg kan zijn van een persoonlijk probleem.

Leg de soldaat uit wat er gedaan zal worden om de prestatie te verbeteren (plan van aanpak). Benoem uw verantwoordelijkheden bij de uitvoering van het plan van aanpak.

Blijf de vorderingen van de soldaat beoordelen en opvolgen. Pas het actieplan zo nodig aan.

Ontvangst- en integratiebegeleiding

5-15. Leiders moeten nieuwe teamleden begeleiden wanneer zij zich melden. Ontvangst- en integratiebegeleiding dient twee doelen: Ten eerste worden eventuele problemen of zorgen van nieuwe leden geïdentificeerd en verholpen, in het bijzonder problemen die voortvloeien uit de nieuwe dienstopdracht. Ten tweede laat het hen weten wat de normen van de eenheid zijn en hoe ze in het team passen. Ontvangst en integratie counseling begint het teambuilding proces en laat de soldaat weten dat de leiding om hem geeft. Ontvangst- en integratiecounseling verduidelijkt de functiebenamingen en geeft de boodschap dat de commandostructuur om hen geeft. Ontvangst en integratie counseling moet beginnen onmiddellijk na aankomst, zodat nieuwe teamleden kunnen snel worden geïntegreerd in de organisatie. Figuur 5-3 geeft enkele mogelijke discussiepunten.

FM 7-22 Fig 5-3

Crisis Counseling

5-16. U kunt crisiscounseling uitvoeren om een soldaat door de eerste schok heen te helpen na het ontvangen van negatief nieuws, zoals het bericht dat een dierbare is overleden. U helpt de soldaat door te luisteren en hulp te bieden, indien nodig. Hulp kan bestaan uit het doorverwijzen van de soldaat naar een ondersteunende activiteit of het coördineren van ondersteuning door externe instanties. Crisisadvies richt zich op de directe, kortetermijnbehoeften van de soldaat.

Referral Counseling

5-17. Referral counseling helpt soldaten bij het verwerken van een persoonlijke situatie en kan volgen op crisiscounseling. Referral counseling werkt ook als preventieve counseling voordat de situatie een probleem wordt. Gewoonlijk helpt de leider de soldaat bij het identificeren van het probleem.

5-18. Externe instanties kunnen leiders helpen problemen op te lossen. Hoewel het over het algemeen in het beste belang van een individu is om eerst hulp te zoeken bij zijn eerstelijnsleider, moeten leiders altijd het recht van een individu respecteren om zelf contact op te nemen met deze instanties. Leiders kunnen de soldaat doorverwijzen naar de juiste hulpbron, zoals de Legergemeenschapsdienst, een aalmoezenier of een verslavingsbegeleider. Aanvullende informatie over ondersteunende activiteiten is te vinden in Bijlage B, Legerprogramma’s of in FM 6-22 (22-100), Bijlage C.

Militairen helpen om te gaan met persoonlijke problemen betekent meer dan de soldaat doorverwijzen naar een andere persoon – de aalmoezenier, een arts of een counselor. Tot het probleem is opgelost, heb je een soldaat met een probleem in je eenheid, dus is het jouw probleem. Laat je soldaten weten wat je doet om hen te helpen hun problemen op te lossen.

FM 22-600-20, The Army Noncommissioned Officer Guide, 1980

Promotie Counseling

5-19. Commandanten of door hen aangewezen vertegenwoordigers moeten promotiebegeleiding geven aan alle specialisten, korporaals en sergeanten die in aanmerking komen voor promotie zonder ontheffing, maar niet worden aanbevolen voor promotie naar de eerstvolgende hogere rang. De legerregels schrijven voor dat militairen in deze categorie een eerste (gebeurtenisgerichte) begeleiding krijgen wanneer zij volledig in aanmerking komen, en vervolgens periodieke begeleiding (prestatie en persoonlijke groei) die ten minste eenmaal per kwartaal plaatsvindt.

Adverse Separation Counseling

5-20. Adverse Separation Counseling kan inhouden dat de soldaat wordt geïnformeerd over de administratieve acties die de commandant kan ondernemen indien de ondermaatse prestaties worden voortgezet en over de gevolgen die aan deze administratieve acties zijn verbonden. (Zie AR 635-200, hoofdstuk 1, paragraaf 1-16 en hoofdstuk 17.)

5-21. Ontwikkelingscounseling mag niet worden toegepast wanneer een soldaat zich schuldig heeft gemaakt aan meer ernstige misdragingen. In die situaties dient de leider de zaak voor te leggen aan de commandant en het dienstdoende stafadjudantbureau. Wanneer de rehabilitatie-inspanningen van de leider falen, vervult counseling met het oog op scheiding een administratieve voorwaarde voor veel administratieve ontslagen en dient als een laatste waarschuwing aan de soldaat om zijn prestaties te verbeteren of ontslag tegemoet te zien. In vele gevallen kan het nuttig zijn de hiërarchie in te schakelen zodra u vaststelt dat een negatieve scheidingsbegeleiding nodig kan zijn. De eerste sergeant of commandant moet de soldaat op de hoogte brengen van de meldingsplichten zoals beschreven in AR 635-200.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *