Meest gebruikte functiesEdit
De meest voorkomende vorm van het verminderde septiemakkoord is die welke op de leidende toon is geworteld – bijvoorbeeld in de toonaard C, het akkoord (B-D-F-A♭) – dus zijn andere bestanddelen de
,
, en ♭
(vlakke submediant) laddergraden. Deze tonen komen van nature voor in de harmonische mineur toonladder. Maar dit akkoord komt ook voor in majeurtoonaarden, vooral na de tijd van J.S. Bach, waar het is ontleend aan de parallelle mineur.
Akkoorden van de verminderde septiem kunnen ook op andere graden van de toonladder zijn geworteld, hetzij als secundaire functie akkoorden die tijdelijk aan andere toonaarden zijn ontleend, hetzij als appoggiatura akkoorden: een akkoord geworteld op de verhoogde tweede graad van de toonladder (D♯-F♯-A-C in de toonsoort C) fungeert als een appoggiatura bij het tonische akkoord (C majeur), en een akkoord geworteld op de verhoogde zesde graad van de toonladder (A♯-C♯-E-G in C majeur) fungeert als een appoggiatura bij het dominantakkoord (G majeur). Omdat deze akkoorden geen leidtoon hebben ten opzichte van de akkoorden waarnaar zij oplossen, kunnen zij niet echt dominant zijn. Daarom worden ze gewoonlijk aangeduid als niet-dominante verminderde septiemakkoorden of gewone toon verminderde septiemakkoorden (zie hieronder).
Het verminderde septiemakkoord heeft normaliter een dominantfunctie, en dit wordt het duidelijkst getoond wanneer de grondtoon van een dominant septiemakkoord wordt weggelaten. De resterende terts, kwint en septiem van dat akkoord vormen een verminderde drieklank (waarvan de nieuwe grondtoon de terts van het vorige akkoord is), waaraan een verminderde septiem kan worden toegevoegd. Zo kan in C (majeur of mineur) een dominantseptimeakkoord bestaande uit G-B-D-F worden vervangen door een diminished septimeakkoord B-D-F-A♭.
In de jazzharmonie levert een combinatie van het oorspronkelijke akkoord met zijn vervanger (met G in de bas en A♭ tegelijkertijd in een bovenstem) het septiem-9-akkoord op, dat de dominantfunctie van een verminderd septiem- of dominantseptiemakkoord intensiveert. Andere transformaties van dit type vergemakkelijken een verscheidenheid van substituties en modulaties: elk van de vier tonen in een verminderd septiemakkoord wordt verhoogd met een halve toon, die verhoogde toon is dan de vlak-zevende van een half verminderd septiemakkoord. Op dezelfde manier, als een van de vier noten in een diminished septiem akkoord een halve toon wordt verlaagd, dan is die verlaagde noot de grondtoon van een dominant septiem akkoord.
In de jazz is het diminished septiemakkoord vaak gebaseerd op de ♭
(de vlakke mediant) en fungeert als een passeerakkoord tussen de mediant drieklank (of eerste-inversie tonica drieklank) en de supertonische drieklank: in C majeur zou dit de akkoordprogressie E mineur – E♭ diminished – D mineur zijn. Het akkoord, “speelt geen rol in… jazz”. Het passeerakkoord wordt veel gebruikt in Braziliaanse muziek zoals choro, samba en bossa nova.
Andere functiesEdit
Een ander veel voorkomend gebruik van het akkoord is als een verscherpt subdominant met verminderd septiemakkoord. Dit wordt weergegeven door de Romeinse notatie ♯ivo7, maar wordt in de klassieke muziek correcter weergegeven als viio7/V, omdat het voor een componist een heel gebruikelijke manier is om de dominant van een toonaard te benaderen. In de toonaard C is dit F♯dim7. Het is ook een veelgebruikt akkoord in jazz- en ragtimemuziek. Een veel voorkomende traditionele jazz- of dixielandprogressie is IV-♯ivo7-V7 (in C majeur: F-F♯o7-G7). Een ander veel voorkomend gebruik van ♯ivo7 is vaak te vinden in Gospelmuziek en jazz progressies zoals in het liedje “I Got Rhythm”:
In C: | C C/E | F♯dim7 | C/G A7 | Dm7 G7 |
Een variant van het supertonische septiemakkoord is de supertonische verminderde septiem met de verhoogde supertonicus, die enharmonisch gelijkwaardig is aan de verlaagde terts door (in C: D♯ = E♭). Het kan worden gebruikt als een dominantvervanger.
5 – V4
2) in de Wals der bloemen (1892)
Een diminished septiemakkoord kan fungeren als een common-tone diminished septiemakkoord. In deze functie resolueert een verminderd septiemakkoord naar een majeur of dominant septiemakkoord waarvan de grondtoon een van de tonen van het verminderd septiemakkoord is (gewone toon), waarbij de meest voorkomende de verhoogde supertonische septiem is, die resolueert naar de tonica in majeur toonaarden (♯iio7-I, hieronder afgebeeld) en de verhoogde submediant, die resolueert naar dominant drieklank of septiem in majeur toonaarden (♯vio7-V, rechts afgebeeld), waarbij de veranderde tonen in beide gevallen met een halve stap naar boven resolueren.
Het cto7-akkoord, waarvan de functie “eenvoudigweg een van versieringen is”, meestal gespeld als ♯iio7 bij versieringen I of ♯vio7 bij versieringen V, onderscheidt zich van het viio7/V-akkoord doordat gewone toonakkoorden resolueren naar I of I6 terwijl viio7/V resolueert naar V of I6
4. Ze kunnen verward worden, vanwege enharmonische gelijkwaardigheid, maar resolutie is een betere indicator van functie dan spelling. In C:
cto7/I = d♯o7 = D♯-F♯-A-C viio7/V = f♯o7 = F♯-A-C-E♭ (= D♯)
Het verminderde akkoord kan ook worden opgelost door twee van de akkoordklanken te verlagen, waardoor een boventoon septiemakkoord (ii7) ontstaat dat tot een conventionele cadens kan leiden: