Grootloge van New York

Koloniale en federalistische tijdperken: 1730-1820Edit

Het is niet bekend wanneer de eerste vrijmetselaar voet aan wal zette in de Amerikaanse kolonie New York, maar de eerste gedocumenteerde aanwezigheid dateert uit het midden van de jaren 1730, toen Daniel Coxe, Jr. (1673-1739), door de Hertog van Norfolk, de Grootmeester van de Premier Grootloge van Engeland (bij historici bekend als de “Modernen”), werd aangesteld om op te treden als Provinciaal Grootmeester voor de provincies New York, New Jersey, en Pennsylvania. Aangezien er geen authentieke documenten bestaan over zijn ambtsperiode als Provinciaal Grootmeester, lijkt het twijfelachtig dat hij enig gezag uitoefende in vrijmetselaarszaken, aangezien hij een paar jaar na zijn benoeming overleed. Van 1738 tot de jaren 1780 werden door de GLE (modernen) aanvullende volmachten verleend aan Francis Goelet (1738-1753), aan George Harrison (1753-1771) en aan Sir John Johnson (1771-?). Johnson was een aanhanger van de Britten tijdens de Amerikaanse Revolutie en men neemt aan dat hij zijn volmacht meenam toen hij naar Canada vluchtte, waardoor de Moderne Loges zonder Provinciale Grootmeester kwamen te zitten.

Om de zaken nog ingewikkelder te maken had de Antieke Grootloge van Engeland (bij historici bekend als de “Ancients”), een rivaliserende Vrijmetselaars Grootloge, in de jaren 1750 ook een Provinciale Grootloge van New York opgericht, die vervolgens loges charterde onder haar eigen jurisdictie. Andere loges werden in New York gecharterd door de Grootloge van Schotland en de Grootloge van Ierland. De Ancients behielden echter hun charter gedurende de Revolutie, en op basis van dit charter werd in 1781 een onafhankelijke Grootloge van New York opgericht, met Robert R. Livingston als Grootmeester. De Grootloge van New York werd officieel georganiseerd op 15 december 1782, onder het Provinciaal Grootvoogdijbesluit van 5 september 1781, van de “Athol” of Oude Grootloge van Engeland. De Grootloge verklaarde zich onafhankelijk en nam haar moderne titel “Grootloge van Vrije en Geaccepteerde Vrijmetselaars van de Staat New York” aan op 6 juni 1787. Terwijl de “Athol” Charter afstamde van de “Ancients”, was Livingston zelf lid van een “Modern” Lodge. Aldus waren de twee rivaliserende Grootloge-tradities, die in Engeland pas in 1813 werden verenigd, in de staat New York al eerder samengesmolten.

St. John’s Lodge No. 1, A.Y.M.Edit

St. John’s Lodge, gecharterd in 1757, is de oudste nog functionerende Lodge onder de jurisdictie van de Grootloge van New York. St. John’s Lodge is de beheerder van wat nu bekend staat als de George Washington Inaugural Bible. Op 30 april 1789 legde George Washington op deze bijbel zijn ambtseed af als eerste president van de Verenigde Staten.

In 2009 vormde de Lodge een geregistreerde openbare liefdadigheidsinstelling met als doel het behouden, onderhouden en restaureren van de George Washington Inaugural Bible. In 2014 werd de St. John’s Lodge No. 1 Foundation, Inc. erkend als een IRS 501(c)3.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *