Het noordpoolgebied herbergt een breed scala aan winterse wilde dieren. De huiden van poolvossen en hazen gaan over in glinsterende vorst terwijl sneeuwuilen overvliegen, hun veren gloeiend in het licht van een zilveren maan. Een grote witte beer die op de toendra slaapt, lijkt soms niet meer dan een sneeuwbank totdat een zwarte neus onder een dikke vacht vandaan komt. De lucht opsnuivend, bekijkt het dier zijn omgeving, zijn scherpe zintuigen alert. Ijspegels glinsteren aan de wilgen als de beer opstaat en zijn weg zoekt naar de uitgestrekte ijsvlakte. Elke voorzichtige beweging trekt de toeschouwer verder naar binnen.
© Julia Martin
Er is misschien geen dier dat zoveel fascinatie wekt als de ijsbeer. Dit majestueuze dier is bijna mythisch in zijn perceptie, inspireert verhalen en legendes over de hele wereld, maar roept ook veel nieuwsgierigheid op. Een vraag die we ons kunnen stellen heeft een verrassend antwoord.
In de ogen van de toeschouwer is de ijsbeer bedekt met een deken van wit. Maar de haren in zijn zware vacht zijn in feite doorzichtig en vormen twee lagen. De grove buitenste laag bestaat uit lange, spits toelopende dekharen, terwijl de dichte ondervacht uit kortere, isolerende haren bestaat. Deze dubbelgelaagde vacht voorkomt dat warmte ontsnapt en is uiterst effectief – volwassen mannetjes kunnen gemakkelijk oververhit raken als ze rennen. Geen wonder, want de vacht van een ijsbeer heeft gemiddeld 10.000 haren per vierkante centimeter!
© Linda Mechler
Waarom ziet de vacht van ijsberen er dan wit uit, terwijl de haren geen pigment hebben? Dat is een kwestie van optiek. De heldere dekharen hebben een holle kern die wit licht van de zon opvangt en weerkaatst. De lichtenergie kaatst rond in de holle haar en veroorzaakt een reactie die luminescentie heet. IJsberen zien het witst in de volle zon, want hoe feller het licht, hoe weerkaatsender en lichtgevender hun vacht. Deze vorstelijke dieren zijn ook witter nadat ze hun vacht hebben afgeworpen en vervangen, wat gebeurt in de late lente en de zomer. Vóór de rui zien ze er vaak botergeel uit door de olie die zich in hun pels heeft opgehoopt als gevolg van de winter waarin ze zich tegoed hebben gedaan aan zeehonden.
Onder de pels zit een zwarte huid die de zonnestralen absorbeert en een vetlaag die tot 5,5 centimeter dik kan zijn en die de beren warm houdt in ijskoude wateren. Na een zwempartij kunnen ijsberen het overtollige water gemakkelijk afschudden dankzij de gladde oliën in hun vacht.
Natte vacht is een slechte isolator, wat betekent dat ijsberen op hun vetreserves moeten vertrouwen om warm te blijven tijdens het zwemmen. Moeders aarzelen om hun jongen mee het water in te nemen als ze in de lente uit hun hol komen, omdat de baby’s nog niet over de nodige vetreserves beschikken om de kou te weerstaan. Mike Bruscia
De isolerende vacht van de ijsbeer is slechts een van de fysieke kenmerken die hem perfect geschikt maken voor het leven op de Noordpool. Elk kenmerk, van zijn oren en poten tot zijn staart, is aangepast om temperaturen onder het vriespunt te overleven. Reis naar het bevroren rijk van de ijsbeer met Nat Hab op een klassiek ijsbeeravontuur.