Nashville Republican Banner, 25 januari 1861
De resoluties die door de Algemene Vergadering zijn aangenomen en die een paar dagen geleden in onze krant zijn gepubliceerd, bepalen naar onze mening op bevredigende wijze het standpunt van Tennessee voor de grote massa van het volk. Zij nemen in hoofdzaak de CRITTENDEN COMPROMISE aan als basis voor de regeling van de hangende kwesties tussen het Noorden en het Zuiden, en Tennessee zal tegen de mensen van het Noorden zeggen, niet in een geest van opgeblazen trotsering en opschepperigheid, maar vastberaden en kalm, en met een oprecht en eerlijk verlangen dat deze regeling zal worden aanvaard – wij eisen niets meer – wij zullen niets minder accepteren. Deze regeling kan worden overeengekomen door de mensen van beide secties zonder de opoffering van een principe of van enig materieel belang. Het zou, naar wij geloven, aanvaardbaar zijn voor een meerderheid van de mensen in de zich afscheidende Staten, en de Staat Tennessee zou geen weg kunnen bewandelen die beter berekend is op vriendschap en behoud van de belangen van die Staten dan door een zodanige positie te blijven innemen dat zij, samen met andere Zuidelijke Staten, kan onderhandelen over de goedkeuring van dit compromis met het Noorden. Dat de sympathieën van Tennessee nadrukkelijk zuidelijk zijn, zal niemand ontkennen. Zij zal in geen geval een koers volgen die tegen de belangen van haar zuidelijke zusters ingaat. Maar de vraag die zij moet beantwoorden – en dat is een vraag waar haar eigen lot en dat van het Zuiden en de Unie van afhangt – is welke koers het meest verstandig, het meest patriottisch en het best berekend is om de belangen van haar zuidelijke zusters te behartigen, en zo mogelijk de Unie te behouden. Over deze vraag bestaat verschil van mening. Sommigen zijn voor een overhaaste afscheiding. Anderen zijn voor handhaving van onze huidige houding, bereid om, als de tijd rijp is, als bemiddelaar op te treden op basis van de Crittenden-aanpassing. Indien het beleid van de eerste partij wordt gevolgd, verliezen wij het voordeel van onze positie als pacificators, en winnen wij niets dat wij niet op een toekomstig tijdstip zouden kunnen winnen, wanneer zal blijken, wat helaas het geval kan zijn, dat een regeling onuitvoerbaar is. Daarom zijn wij tegen overhaaste actie. Wij denken niet dat de vrienden van een eerlijke en eervolle regeling in de afgescheiden Staten verlangen dat Tennessee hun voorbeeld volgt totdat alle eervolle pogingen om tot zo’n regeling te komen zijn uitgeput. Ongetwijfeld zijn er velen in die staten die geen regeling wensen – die liever verdeeldheid en een Zuidelijke Confederatie zien dan een wederopbouw van de regering. Er zijn er een paar, zelfs in Tennessee, die sympathiseren met deze desunionisten op zich, maar het zijn er zeer weinig, en tot nu toe zijn zij zeer bescheiden geweest in het uiten van dergelijke gevoelens. Tennessee is nadrukkelijk een Unie-staat, indien de Unie kan worden gehandhaafd op voorwaarden van gelijkheid en rechtvaardigheid, en is er voorstander van een poging te doen om haar te handhaven alvorens de hoop op te geven. Het meningsverschil tussen haar inwoners betreft slechts de vraag welk beleid het beste kan worden gevoerd om een bepaald doel te bereiken, waarnaar allen schijnen te streven. Wij zouden ons verheugen over een verzoening of een compromis over dit meningsverschil, zodat wij allen in een solide falanx en als een eenheid zouden bewegen. Het zou onze invloed in de crisis enorm vergroten, en zou, inderdaad, het middel kunnen zijn om te verzekeren wat, onder de huidige omstandigheden, misschien niet bereikt kan worden – een voortzetting van de regering.
Ter bevestiging van onze mening dat het compromis van de heer Crittenden aanvaardbaar zal zijn voor de afgescheiden staten, vestigen wij de aandacht op het volgende uittreksel uit een hoofdartikel in een recent nummer van de New Orleans Bee, een krant over afscheiding:
Van de verschillende aanpassingsplannen die door de crisis naar voren zijn gebracht, is dat van de heer Crittenden het enige dat volledig geïnspireerd lijkt door een gevoel van rechtvaardigheid. Het biedt iets tastbaars – iets dat het Zuiden in overweging zou kunnen en waarschijnlijk ook zou willen nemen, en dat het Noorden, of dat deel ervan dat prat gaat op zijn nationaliteit, zou kunnen aanvaarden zonder de minste opoffering van waardigheid of recht. Mr. Crittenden zelf heeft zo’n groot vertrouwen in de geldigheid van zijn plan van regeling, dat hij het aan de proef van het volksstemrecht wil onderwerpen. De zwarte republikeinen gaan er prat op dat de bevolking van het Noorden achter hen staat. Wij geloven dat er, met uitzondering van een paar staten in New England, geen Gemenebest is waar geen slaven worden gehouden en waar de bevolking de amendementen van Crittenden niet met een overweldigende meerderheid zou aanvaarden. Geef hen daartoe slechts de kans, en wij zijn er vast van overtuigd dat zij het zwarte republikeinisme zullen veroordelen op een wijze die nog nooit eerder is vertoond.