De redactie,
Het syndroom van Cotard is een zeldzame klinische gebeurtenis, die wordt gekenmerkt door negation delusion (personen voelen grote veranderingen in hun lichaam en ontkennen het bestaan van een of meer delen van hun organen of lichamen) en nihilistic delusion (personen geloven dat zijzelf of alle mensen dood zijn).1 Het syndroom van Cotard werd voor het eerst beschreven in 1880 door Jules Cotard als een negatiedelirium,2 en de term werd in 1893 voorgesteld door Emil Regis.3 Wij beschrijven de casus van een patiënt die was opgenomen op de psychiatrische afdeling van het Hospital Ulysses Pernambucano, in Recife, in het noordoosten van Brazilië en bij wie het syndroom van Cotard werd vastgesteld.
M., 59 jaar, man, werd naar de psychiatrische spoeddienst van het ziekenhuis gebracht met klachten van slapeloosheid, soliloquy, vluchtpogingen uit huis, zelfmoordpogingen door zich voor rijdende auto’s te werpen, en onzinpraat. Hij was twee maanden eerder uit de ontwenningskliniek gestapt. De patiënt meldde dat hij stemmen hoorde die opmerkingen over hem maakten en hem opdrachten gaven, evenals het bestaan van dieren die zijn lichaam opaten. Hij deelde mee dat hij niet langer een lichaam had, maar slechts een geest, aangezien hij reeds dood was. Hij vreesde niets, aangezien niemand hem opnieuw kon doden (sic). Bij klinisch onderzoek was hij blootsvoets, droeg alleen een korte broek (hemdje), had een onverzorgde baard en een slechte hygiëne. Hij toonde ook een alert bewustzijn, een gedeeltelijke desoriëntatie aan de tijd, een achterdochtige houding, een versleten uiterlijk, persoonlijke zelfverwijt, een diep gedeprimeerde stemming, psychomotorische retardatie, volhoudend dat hij niets waard was, dat niemand hem daar al 60 dagen wilde hebben, en dat hij moest boeten voor wat hij verkeerd had gedaan. Hij zei ook dat hij geen bloeddruk of bloed had, dat zijn lichaam kapot was en dat er iets heel ergs stond te gebeuren. De patiënt werd gediagnosticeerd met het syndroom van Cotard secundair aan een zware depressie met psychotische symptomen. Hij werd behandeld met imipramine 150 mg/dag en risperidon 4mg/dag gedurende 60 dagen, en werd daarna asymptomatisch ontslagen.
Ondanks dat deze stoornis eerst door Cotard werd beschreven als een nieuw type depressie, stelde Regis later voor dat dit syndroom geassocieerd kon worden met verschillende medische aandoeningen, b.v. psychotische depressie, schizofrenie, neurosyfilis, en multiple sclerose.33,4 Comorbiditeit tussen het syndroom van Cotard en het Capgrasssyndroom (personen geloven dat familieleden zijn vervangen door dubbelgangers) komt ook veel voor.4 Momenteel is het syndroom van Cotard niet langer geclassificeerd als een onafhankelijke stoornis in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 4thedition, Text Revision (DSM-IV-TR) of in de International Classification of Diseases, TenthRevision (ICD-10). In de DSM-IV-TR wordt de nihilistische waan geclassificeerd als een stemmingsstoornis binnen een depressieve episode met psychotische kenmerken.4
Het is belangrijk te benadrukken dat onze casus absoluut verenigbaar was met de verschillende beschrijvingen die in de literatuur beschikbaar zijn voor het syndroom van Cotard, met kenmerken als een depressieve stemming, nihilistische waan, en schuld- en onsterfelijkheidswanen.5
Behandeling van het syndroom van Cotard moet zich richten op de onderliggende aandoening. Hoewel elektroconvulsietherapie de behandeling is die in de literatuur het vaakst wordt aangegeven, zijn er ook enkele meldingen van gecombineerd gebruik van psychotische en antidepressiva wanneer psychotische depressie de onderliggende aandoening is. Ondanks het ontbreken van rapporten die het gecombineerde gebruik van imipramine en risperidon beschrijven, was de therapie effectief in het opheffen van psychotische depressiesymptomen bij onze patiënt.