Hoe de mensen in India ‘echt’ leven

Verslagen in de media over de “exploderende” middenklasse in India zouden de lezer doen geloven dat de Indiase samenleving een transformatie van boven naar beneden ondergaat in een samenleving van consumenten naar westers model. In een recent artikel in Business Week werd een studie van het McKinsey Global Institute geciteerd waarin werd beweerd dat India in één generatie een natie zou worden van opwaarts bewegende middenklasse-huishoudens, die goederen zouden consumeren variërend van dure auto’s tot designerkleding. In twee decennia zou India Duitsland passeren als ’s werelds vijfde grootste consumentenmarkt, zo ging het artikel verder. In feite is dat misschien niet zo’n grote prestatie, aangezien India 1,2 miljard mensen telt en Duitsland 82 miljoen! Hoewel het zeker waar is dat zelfs kleine percentages in India tamelijk grote aantallen opleveren, is een realistischer beoordeling van de werkelijke situatie nodig.

Is India’s middenklasse in opmars? We moeten eerst kijken naar de term “middenklasse”, die verschillende beelden kan oproepen. De mensen in het Westen hebben ongetwijfeld een vrij duidelijk idee van wat zij eronder verstaan. In dit artikel zullen wij niet proberen het begrip voor India te definiëren, maar zullen wij een blik werpen op hoe het gemiddelde Indiase huishouden in werkelijkheid leeft. De lezers kunnen hun eigen conclusies trekken.

Bezoekers van India die al hun tijd in New Delhi hebben doorgebracht, zouden wel eens naar huis kunnen terugkeren met het idee dat India “gearriveerd” is en dat de middenklasse welig tiert. Hoewel de armoede in de stad altijd zichtbaar is, zou het aantal nieuwe auto’s en SUV’s, de winkelcentra en de chique restaurants een blijvende indruk achterlaten. Toch bezat volgens de volkstelling van 2001 slechts 7 procent van de huishoudens in Delhi een eigen auto. En deze welvarende stad bevat iets meer dan 1 procent van de huishoudens van het land. Het grootste deel van de Indiase bevolking woont in kleinere steden of op het platteland in uiterst eenvoudige woningen en met weinig moderne voorzieningen.

Uitgaven per huishouden en levensomstandigheden

Er zijn twee belangrijke officiële bronnen voor informatie over onderwerpen als voorzieningen per huishouden en consumentenuitgaven, de tienjaarlijkse volkstelling en de National Sample Surveys (NSS) van India’s National Sample Survey Organization. De NSS meet elk jaar de maandelijkse uitgaven per hoofd van de bevolking (MPCE) voor huishoudens. De MPCE bestaat uit zowel contante huishoudelijke uitgaven voor verschillende categorieën goederen en diensten als equivalenten daarvan, aangezien ruilhandel op het platteland zeer gebruikelijk is1. Het werkelijke geldinkomen wordt niet gevraagd in de volkstelling of in de NSS.

In 2006-2007 bedroeg de gemiddelde MPCE op het platteland, waar de meeste Indiërs wonen, 695 roepies of ongeveer 14 US$. In stedelijke gebieden was dit 1.312 roepies, of ongeveer 27 US$. Ongeveer 52 procent van de MPCE werd op het platteland uitgegeven aan voedsel, terwijl dit percentage in stedelijke gebieden 39 procent bedroeg. Huisvestingskosten voor door de eigenaar bewoonde woningen zijn buiten beschouwing gelaten omdat zoveel mensen hun eigen huis hebben gebouwd en in zekere zin huurvrij wonen. Deze schattingen houden geen rekening met de verschillende prijsniveaus in stedelijke en plattelandsgebieden, maar geven wel een ruw idee van het levenspeil.

Grote Huishoudens

De volkstelling van 2001 geeft een gedetailleerd beeld van de woonomstandigheden en de levensstandaard. In 2001 waren er 138 miljoen huishoudens op het platteland en bijna 54 miljoen huishoudens in de steden. Het is de moeite waard te bedenken dat, hoewel India vaak een miljardenmarkt wordt genoemd, veel aankopen, zoals koelkasten, eigen zijn aan huishoudens. De Indiase huishoudens omvatten meer mensen dan die in de Verenigde Staten en andere westerse landen, zodat een miljard mensen zich niet vertaalt in een even grote markt voor huishoudelijke artikelen als in westerse landen het geval zou zijn. In 2001 bestond het gemiddelde Indiase huishouden uit 5,4 personen in plattelandsgebieden en 5,2 personen in stedelijke gebieden. In de Verenigde Staten bedroeg het gemiddelde in 2001 slechts 2,6 personen per huishouden.2 Hoewel de Indiase bevolking dus ongeveer vier keer zo groot is als die van de VS, telt het land minder dan twee keer zo veel huishoudens. India telde in 2001 192 miljoen huishoudens, tegen 108 miljoen in de Verenigde Staten.

Moddervloeren en -muren gebruikelijk

In 2001 leefden bijna 110 miljoen Indiase huishoudens in woningen met een moddervloer, 72 procent van de plattelandshuishoudens en 18 procent van de stedelijke huishoudens (zie tabel 1). Dit is een verbetering ten opzichte van de volkstelling van 1991, toen 79 procent van de plattelandshuishoudens en 27 procent van de stedelijke huishoudens een lemen vloer hadden. Zoals te verwachten is, zijn de huizen in de steden steviger gebouwd en duurzamer

De volkstelling vermeldt ook dat 50 procent van de huizen in “goede” staat verkeert, 44 procent in “bewoonbare” staat en 6 procent in “vervallen” staat. De cijfers zijn iets beter in stedelijke dan in plattelandsgebieden. Het algemene beeld dat uit deze gegevens naar voren komt, is zeker niet in overeenstemming met een westerse opvatting van de middenklasse. Bovendien blijkt uit de volkstellingsgegevens niet hoe klein de meeste huizen zijn en hoe kwetsbaar zij zijn voor de elementen.

Tabel 1
Percentage huishoudens in India dat woont in huizen met bepaalde bouwmaterialen, 2001

Metalen, asbestplaten

Ander materiaal

Bouwmaterialen Landelijke huishoudens Huishoudens in de stad
Miljoenen Percentage Miljoenen Percentage
Alle huishoudens 138.3 100 53.7 100
Muren
gras, riet, bamboe, hout, etc. 17.5 13 2.1 4
Modder, ongebrande baksteen 54,9 40 6,9 13
Baksteen (verbrand) 47.3 34 36.5 68
Steen 14.5 11 3.6 7
Ander materiaal 40.9 3 4.6 9
Dak
Gras, riet, bamboe, hout, enz. 38.3 28 3.7 7
Tegels 51.9 38 10.6 20
13.6 10 8.7 16
beton 15.2 11 22.8 42
Steen 8.6 6 3.9 7
Ander materiaal 10.5 8 4.1 8
Vloer
Modder 100.0 72 9.7 18
Cement 25.0 18 25.9 48
Steen 6.2 5 4.9 9
Mozaïek, vloertegels 3.0 2 11.0 21
4.2 3 2.2 4

Bron: volkstelling van 2001 in India.

Weinig voorzieningen in huis

Achtig procent van de huishoudens op het platteland heeft geen latrine in huis, terwijl minder dan de helft van de huishoudens in de steden beschikt over een doorgespoeld toilet, of watercloset. Slechts 24 miljoen van de 192 miljoen huishoudens hebben een behoorlijke rioolaansluiting (zie tabel 2). Een meerderheid van de huishoudens gebruikt brandhout om te koken, hoewel LPG (vloeibaar petroleumgas) in stedelijke gebieden op grote schaal wordt gebruikt. De NSS geeft aan dat het percentage huishoudens dat brandhout gebruikt om te koken tussen 1999-2000 en 2006-2007 niet is veranderd, hoewel het gebruik van LPG zowel op het platteland als in de steden is toegenomen. Hoewel vaak wordt opgemerkt dat televisiebezit zelfs in landen met grote armoede gemeengoed is, beschikte bijna 63% van de Indiase huishoudens niet over een televisie. In dorpen worden veel televisies echter gedeeld door meerdere huishoudens, zodat het kijkerspubliek groter is dan de tellingsgegevens doen vermoeden. Tot de populairste programma’s behoren cricketwedstrijden, religieuze programma’s, en spel/talentenprogramma’s.

Tabel 2

Percentage huishoudens in India met bepaalde benodigdheden of voorzieningen, 2001

Gesloten afvoer

Landelijke huishoudens Huishoudens in de stad
Miljoenen Percentage Miljoenen Percentage
Alle huishoudens 138.3 100 53.7 100
Toilet in huis 30.3 22 39.6 74
Met watercloset 9.8 7 24.8 46
Met put latrine 14.2 10 7.8 15
andere latrine/toilet 6.2 5 7.0 13
geen toilet in huis 108.0 78 14.1 26
Type afvoer (riool)
Open afvoer 41.9 30 23.3 43
5.4 4 18.5 35
Geen afvoer 91.0 66 11.9 22
Beschikbaarheid van keuken in woning
Beschikbaar 82.2 59 40.8 76
Niet beschikbaar 36.1 26 9.7 18
Koken in de open lucht 19.7 14 2.9 6
Gebruikte brandstof om te koken
Vuurhout 88.6 64 12.2 23
Grondstof 18.1 13 1.1 2
Koek van koeienmest 17.7 13 1.1 2
Kerosine 2.2 2 10.3 19
Liquified petroleum gas (LPG) 7.8 6 25.8 48
andere 3.7 3 3.2 6
Eigendommen
Televisie 26.1 19 34.5 64
Fiets 59.2 43 24.7 46
Transistor radio 43.5 32 23.9 45
Scooter, motorfiets 9.2 7 13,3 25
Telefoon (vast) 5,2 4 12,3 23
Auto, jeep, of bestelauto 1.8 1 3.0 6
Geen van bovenstaande 56.0 41 10.2 19

Bron: volkstelling van 2001 in India.

auto- en computerbezit zeldzaam

De ultieme westerse graadmeter voor de status van de middenklasse, de auto, is in India een relatieve zeldzaamheid. Minder dan 5 procent van de huishoudens heeft een auto. Op het platteland zijn de voertuigen vaak oud en in slechte staat. In Delhi zijn voertuigen van meer dan 15 jaar oud niet toegestaan, maar deze voertuigen beginnen vaak een tweede leven in plattelandshuishoudens buiten de stad. De langverwachte introductie van de Nano van 2.000 dollar door Tata Motors zal ongetwijfeld het aantal auto’s op de weg doen toenemen, vooral in de grotere steden. De Nano is vrij klein, heeft een motor van het motortype en het eerste model zal niet van airconditioning zijn voorzien. Zijn prijs is echter slechts iets meer dan de duurste motorfietsen en je komt er wel mee uit de regen. Verwacht wordt dat enkele van deze motoren door in Westerse landen werkende niet-ingezeten Indiërs (NRI’s) zullen worden gekocht als huwelijks- en familiegeschenk. Toch zal de aanblik van een gezin van vier op een scooter of motor waarschijnlijk nog heel lang gebruikelijker blijven dan een gezin dat in een personenauto rijdt. Het aantal tweewielers is tussen 2000 en 2004 met 52 procent toegenomen, van 34 miljoen tot 52 miljoen, terwijl het aantal auto’s, jeeps en taxi’s in dezelfde periode met 54 procent is gestegen, van 6,1 miljoen tot 9,5 miljoen.

NSS-gegevens over 2002 laten zien dat 1,5 procent van de stedelijke huishoudens in niet-sloppenwijken een pc met internetaansluiting had en nog eens 1,9 procent een computer zonder internetaansluiting.9 procent had een computer zonder internetaansluiting (zie tabel 3).

Tabel 3
Percentage huishoudens in India met bepaalde voorzieningen, 2002

Computer, zonder Internet

Gebruiksvoorwerp Landelijk Urban Nonslum
Elektrische ventilator 35.3 82.3
Koelkast 3.8 30.0
Naaimachine 10.0 26.6
Telefoon (vast) 5.3 26.4
Luchtkoeler 25.5 16.6
Wasmachine 0.6 11.8
Waterkoker 0.7 8.0
Ruimteverwarming 2.7 4.8
Cellphone 0.9 3.9
Airconditioner 0.1 2.1
0.6 1.9
Computer, met Internet 0.0 1,5
Bron: India, National Sample Surveys, 2002.

Deze cijfers staan waarschijnlijk haaks op het beeld van stedelijke Indiërs dat men vaak uit de westerse media krijgt. In plattelandsgebieden was er vrijwel geen computerbezit. Het bezit van een telefoon in stedelijke gebieden buiten de sloppenwijken was 26,4 procent voor vaste telefoons en 3,6 procent voor mobiele telefoons.

Elektriciteit niet altijd betrouwbaar

De NSS levert ook tijdreeksgegevens over de bron van energie en verlichting voor huishoudens. In 2001-2002 was het gebruik van elektriciteit dat van kerosine in plattelandshuishoudens voorbijgestreefd en in 2006-2007 was dat 56 procent elektriciteit en 42 procent kerosine. In stedelijke gebieden steeg de beschikbaarheid van elektriciteit tot 93% in 2006-2007. Deze enquêtestatistieken verhullen echter het feit dat stroomonderbrekingen een frequent gegeven zijn in India, zodat veel huishoudens gedurende vele uren van de dag zonder stroom zitten.

Zelfs een vluchtig onderzoek van de soorten gegevens die in dit artikel worden aangehaald, toont aan dat veel verhalen die worden geschreven over de hedendaagse levensstijl van de Indiërs, vol zitten met overdrijving. Er is zonder twijfel een middenklasse die de afgelopen decennia langzaam is gegroeid. Maar zelfs die groep vertoont slechts een terloopse gelijkenis met het concept van de middenklasse in het Westen.

    1. Zoals in veel landen omvat de officiële definitie van stedelijke gebieden betrekkelijk kleine plaatsen. In India wordt een dorp of stad met 5000 of meer inwoners en waar 75 procent of meer van de mannelijke beroepsbevolking niet rechtstreeks in de landbouw werkzaam is, als stedelijk beschouwd. In India wordt 28 procent van de bevolking als stedelijk beschouwd en 72 procent als landelijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *