How Reliable Is CT Scan in Staging Right Colon Cancer?

Achtergrond: De observatie van inferieure oncologische uitkomsten na chirurgie voor proximale colonkankers heeft geleid tot het onderzoek naar alternatieve behandelingsstrategieën, waaronder chirurgische procedures en neoadjuvante systemische chemotherapie bij geselecteerde patiënten.

Doel: Het doel van deze studie was om de nauwkeurigheid van CT-stadiëring bij proximale colonkanker te bepalen bij het detecteren van ongunstige pathologische kenmerken die kunnen helpen bij de selectie van ideale kandidaten alternatieve behandelingsstrategieën, waaronder uitgebreide lymfeklierdissectie en/of neoadjuvante chemotherapie.

Opzet: Dit was een retrospectieve opeenvolgende serie.

Instellingen: Getrainde abdominale radiologen van 2 centra voerden een geblindeerde beoordeling uit van CT-scans die werden verkregen om proximale darmkanker lokaal te stadiëren volgens eerder gedefinieerde prognostische groepen, waaronder T1/2, T3/4, N+, en extramurale veneuze invasie. CT bevindingen werden vergeleken met histopathologische resultaten als een referentie standaard. Ongunstige pathologische bevindingen waren pT3/4, pN+, of extramurale veneuze invasie.

Patiënten: Consecutieve patiënten die tussen 2011 en 2016 een rechter colectomie ondergingen in 2 instellingen werden retrospectief beoordeeld uit een prospectief verzamelde database.

Belangrijkste uitkomstmaten: T-status, nodale status, en extramurale veneuze invasiestatus waarbij CT werd vergeleken met uiteindelijke histologische bevindingen werden gemeten.

Resultaten: Van de 150 beoordeelde CT-scans slaagde 18% er niet in de primaire kanker te identificeren. De algehele nauwkeurigheid van CT voor het identificeren van ongunstige pathologische kenmerken was 63% met een sensitiviteit, specificiteit, positief voorspellende waarde en negatief voorspellende waarde van 63% (95% CI, 54%-71%), 63% (95% CI, 46%-81%), 87% (95% CI, 80%-94%) en 30% (95% CI, 18%-41%). Alleen cT3/4 (55% vs 45%; p = 0,001) en cN+ (42% vs 58%; p = 0,02) waren significant geassocieerd met correcte identificatie van ongunstige kenmerken bij uiteindelijke pathologie. CT-scans overwaardeerden en onderwaardeerden cT in 23,7% en 48,3% en cN in 28,7% en 53,0% van de gevallen.

Beperkingen: De studie was beperkt door de retrospectieve opzet, relatief kleine steekproefgrootte, en heterogeniteit van CT-beelden uitgevoerd in verschillende instellingen met variabele apparatuur en technische details.

Conclusies: Nauwkeurigheid van CT-scan voor identificatie van pT3/4, pN+, of extramurale veneuze invasie was onvoldoende voor een goede identificatie van patiënten met een hoog risico op lokaal recidief en/of bij wie alternatieve behandelingsstrategieën overwogen moeten worden. Locoregionale overstaging en understaging resulteerden in ongepaste behandelingsstrategieën bij <48%. Zie Video Abstract op http://links.lww.com/DCR/A935.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *