Achtergronden: Traditionele Chinese geneeskunde (TCM) diagnose is een complex veelzijdig proces dat vaak meerdere differentiële diagnoses en subdiagnoses oplevert.
Doelstellingen: De doelen van deze studie waren (1) het begrijpen van cognitieve strategieën en diagnostische redeneerprocessen van TCM-beoefenaars die zich bezighouden met tongdiagnostiek en (2) het onderzoeken van de diagnostische accuratesse van TCM-beoefenaars. Klinische besluitvorming en probleemoplossende raamwerken dienden als basis voor deze studie.
Methoden: Negen TCM-beoefenaars vertelden hun denkprocessen via hardop-denk-protocollen en werden audiotaped terwijl ze bezig waren met de cognitieve taak van tongdiagnose. Protocol analyse werd gebruikt om TCM diagnostische redeneerpatronen te identificeren. De diagnostische accuratesse werd beoordeeld door zelfrapportage van de deelnemers en door onafhankelijke TCM-experts.
Resultaten: Protocol analyse toonde aan dat TCM beoefenaars systematische processen gebruiken om tot diagnoses te komen en dat er verschillen waren tussen nieuwelingen en experts in zowel pre- als post-aanpassingen na het bekijken van casuïstiek. Nieuwelingen neigden ernaar meer descriptoren te gebruiken en eerder tot diagnoses te komen. Experts hadden de neiging om intellectuele processen van een hoger niveau te gebruiken bij het stellen van hun diagnose en gebruikten deze termen eerder in het proces. Er werden correlaties vastgesteld tussen de zelfbeoordeling van de beoefenaar en de beoordeling van de diagnostische nauwkeurigheid door de beoordelaars, en informatie over de voorgeschiedenis verbeterde de diagnostische nauwkeurigheid.
Conclusie: TCM beoefenaars gebruiken systematische redeneerpatronen om diagnoses te stellen die samenhangen met de evaluatie van tongen. Deze processen zijn congruent met die waargenomen in de Westerse geneeskunde, waar het redeneren van clinici een combinatie inhoudt van analytisch redeneren van domeinkennis en het gebruik van voorbeeldpatronen. Een expliciet begrip van TCM redeneerprocessen kan de klinische praktijk en het onderwijs informeren en zal de ontwikkeling van ondersteunende technologieën en de identificatie van beste praktijken vergemakkelijken.