Judas Iskariot, (gestorven ca. ad 30), een van de Twaalf Apostelen, berucht om het verraad aan Jezus. Judas’ achternaam is eerder een verbastering van het Latijnse sicarius (“moordenaar”) dan een aanduiding van familie-afkomst, wat suggereert dat hij zou hebben behoord tot de Sicarii, de meest radicale Joodse groepering, waarvan sommigen terroristen waren. Behalve zijn apostelschap, zijn verraad en zijn dood, wordt er in de Evangeliën weinig over Judas onthuld. Hij was altijd de laatste op de lijst van de apostelen en was hun penningmeester. Johannes 12:6 introduceert Judas’ dieverij door te zeggen: “. . . als hij de geldkist had, nam hij wat erin gestopt werd.”
Wat deed Judas Iskariot?
Judas Iskariot was een van de Twaalf Apostelen. Hij is berucht omdat hij Jezus heeft verraden door de verblijfplaats van Jezus bekend te maken voor 30 zilverlingen. Judas bracht mannen om Jezus te arresteren en identificeerde hem met een kus. Jezus werd vervolgens gearresteerd, berecht en geëxecuteerd.
Wat was het beroep van Judas Iskariot?
Judas Iskariot was de penningmeester van de Twaalf Apostelen. Afgezien van zijn apostelschap, zijn verraad en zijn dood wordt er in de evangeliën weinig over Judas onthuld.
Hoe stierf Judas Iskariot?
Er zijn verschillende tradities over hoe Judas Iskariot stierf. Volgens Matteüs 27:3-10 had Judas wroeging nadat hij had gezien dat Jezus ter dood was veroordeeld, en gaf hij het zilver terug en hing zich op. Volgens Handelingen 1:18 kocht Judas een akker met zijn zilveren beloning en viel er “halsoverkop” in, en “al zijn ingewanden gutsten uit”, wat impliceert dat hij zichzelf naar beneden gooide in plaats van dat hij per ongeluk stierf.
Hij onthulde de verblijfplaats van Jezus aan de overpriesters en oudsten voor 30 zilverlingen. Zij zorgden voor de gewapende wacht die hij naar de Hof van Gethsemane, bij Jeruzalem, bracht, waar Jezus na het Laatste Avondmaal met de andere 11 apostelen ging bidden. Daar identificeerde hij Jezus met een kus en sprak hem aan met “meester”. Matt. 26:14-16 en Joh. 12:6 noemen Judas’ motief hebzucht, maar Lukas 22:3-6 schrijft zijn daad toe aan de intrede van Satan in zijn lichaam, parallel aan Joh. 13:27, waar, nadat Judas bij het Laatste Avondmaal het brood had genomen, “Satan in hem intrad”. Jezus zegt dan: “Wat gij gaat doen, doe het vlug.” Dit is het hoogtepunt van Johannes 6:70-71, waar, nadat Jezus zegt: “Heb Ik u niet gekozen, de Twaalf, en een van u is een duivel?” openbaart dat hij bedoelde “Judas, de zoon van Simon Iskariot, want hij, een van de Twaalf, zou Hem verraden.”
Er zijn verschillende tradities over Judas’ dood. Volgens Matt. 27:3-10 kreeg hij berouw nadat hij had gezien dat Jezus ter dood was veroordeeld, waarna hij het zilver teruggaf en zichzelf ophing (traditioneel aan de Judasboom). In Handelingen 1:18 staat dat hij “een akker kocht met de beloning van zijn boosaardigheid; en toen hij halsoverkop viel, barstte hij in het midden open en al zijn ingewanden spoten eruit”, wat betekent dat hij zichzelf naar beneden wierp, en niet dat hij per ongeluk stierf. Apocriefe evangeliën ontwikkelden het punt in Handelingen dat de plaats van zijn dood de plaats (akker) van bloed noemt. Van de apostolische vader Papias uit de 1e/2e eeuw wordt geciteerd dat hij macabere details over Judas’ dood heeft gegeven, vermoedelijk om aan te tonen dat de profetieën van het Evangelie letterlijk in vervulling waren gegaan. Zijn relaas komt voor in talrijke legenden, vooral in Koptische werken, en in de middeleeuwse literatuur. In Dante’s Inferno verschijnt Judas in de diepste afgrond van de hel met de moordenaars van Julius Caesar, Brutus en Cassius.
Hoewel zijn naam vervolgens geassocieerd werd met verrader (een Judas) en verraderlijke kus (een Judaskus), werd hij niet in alle voorstellingen van Judas afgebeeld als verrader van Jezus. In de islamitische polemische literatuur is Judas niet langer een verrader; in plaats daarvan zou hij tegen de Joden hebben gelogen om Jezus te verdedigen (die niet werd gekruisigd). De 14e-eeuwse kosmograaf al-Dimashqī beweert dat Judas de gelijkenis van Jezus aannam en in zijn plaats werd gekruisigd. Het 2e-eeuwse apocriefe Evangelie van Judas, een in het Grieks geschreven gnostische tekst, schildert hem af als een medewerker en naaste vertrouweling van Jezus. Volgens het evangelie – een Koptische vertaling uit ca. 300 werd in de jaren 1970 ontdekt en in 2006 gepubliceerd – was Judas de enige apostel die de boodschap van Jezus begreep. In het evangelieverslag, tijdens de viering van Pesach, neemt Jezus Judas apart en onthult hem geheime kennis over God en de schepping, waarbij hij verklaart dat Judas groter is dan de andere apostelen. Jezus lijkt Judas de opdracht te geven hem aan te geven bij de autoriteiten, zodat Jezus’ geestelijke zelf kan ontsnappen uit het materiële lichaam waarin het gevangen zit. Zie ook Gnosticisme.