Koningin Noor, gehuwde naam Noor al-Ḥussein (“Licht van Ḥussein”), ook gespeld als Nūr al-Ḥusayn, toenaam van Lisa Najeeb Halaby, (geboren 23 augustus 1951, Washington, D.C., VS), in Amerika geboren architecte die de gemalin was (1978-99) van koning Ḥussein van Jordanië.
Geboren in een vooraanstaande Arabisch-Amerikaanse familie, werd Halaby opgevoed in een sfeer van welvaart. Zij bezocht de elitaire National Cathedral School in Washington, D.C. en ging in 1965 naar de exclusieve Chapin School in New York City en in 1967 naar de Concord Academy in Boston. In 1969 schreef ze zich in aan de eerste gemengde eerstejaars klas van Princeton University, waar ze in 1975 een bachelor’s degree in architectuur en stedenbouw behaalde. Na haar afstuderen werkte Halaby als stedenbouwkundige in Philadelphia, Sydney, Australië, en Tehrān. Ze ging voor het eerst naar Jordanië toen ze werkte voor Arab Air Services, een bedrijf dat gedeeltelijk eigendom was van haar vader, en in 1977 werd ze directeur van faciliteitenontwerp en architectuur voor Alia, de Royal Jordanian Airline. Het was in die tijd dat ze de Jordaanse monarch ontmoette, en de twee trouwden op 15 juni 1978. Halaby nam de Jordaanse nationaliteit aan, omarmde het islamitische geloof en nam een Arabische naam aan.
Koningin Noor ondernam tal van filantropische taken in binnen- en buitenland, waarvan vele betrekking hadden op kinderen. Zij richtte onder meer de Royal Endowment for Culture and Education (1979), het Nationaal Muziekconservatorium (1985) en de Jubilee School voor begaafde studenten (1993) op. In 1980 riep de koningin het eerste jaarlijkse Arabische Kindercongres bijeen, en vanaf 1995 was zij voorzitter van de Nationale Task Force voor Kinderen. In 1985 werd de Noor al-Ḥussein Stichting opgericht om de verschillende initiatieven van de koningin te consolideren, en toen de koning in 1999 overleed, werd haar het voorzitterschap van de Koning Ḥussein Stichting toevertrouwd, die eveneens tot doel had humanitaire belangen te behartigen. (Hoewel het echtpaar vier kinderen had, werd Ḥussein als koning opgevolgd door Abdullah, zijn oudste zoon, die in 1962 werd geboren tijdens zijn tweede huwelijk). Eind jaren negentig raakte zij betrokken bij de internationale beweging voor een verbod op antipersoneelmijnen, met name bij twee organisaties, het Landmine Survivors Network en de International Campaign to Ban Landmines. (Zie ook Sidebar: The Hidden Dangers of Land Mines.)
De verschillende onderscheidingen van koningin Noor waren onder meer de Woodrow Wilson Award (2015) van Princeton University als erkenning voor haar liefdadigheidswerk. De autobiografie Leap of Faith: Memoirs of an Unexpected Life werd gepubliceerd in 2003.