Er zijn over het algemeen geen zeeslangen in Hawai’i, maar één paling wordt vaak verward met een zeeslang. Dit is puhi la au, de slangenaal. We hebben verschillende soorten slangenalen die mensen zien tijdens het duiken hier in Hawai’i, en de meest voorkomende zijn de 18-inch lange, prachtige slangenaal die wit is met zwarte vlekken, en de grotere, gezadelde slangenaal die zwart en wit gestreept is.
Ik krijg vaak van duikers te horen dat ze zeeslangen hebben gezien in Hawai’i, maar voor zover ik weet zijn ze superzeldzaam, en alleen de geelbuik zeeslang is hier gevonden. De slangalen lijken wel erg op de zeeslangen.
Zeeslangen zijn reptielen, en moeten naar de oppervlakte om adem te halen. Bovendien zijn ze bedekt met gladde schubben zonder vinnen. Ze zijn zeer giftig, net als giftige landslangen, maar ze hebben een zeer kleine bek, kleine tanden en zijn zeer volgzaam, dus het is superzeldzaam dat iemand ooit door hen gebeten wordt. Als ik in de Filippijnen duik, zie ik soms meer dan een dozijn zeeslangen tijdens één duik, en normaal gesproken negeren we ze gewoon, en sommige lokale vissers halen ze zelfs met de hand uit hun netten zonder bang te zijn dat ze bijten. Tijdens het filmen van een hele film over zeeslangen heb ik er nog nooit een gezien die een agressieve beweging naar me maakte, en ik was binnen centimeters van tientallen van hen.
De slangenalen zijn vissen. Als je goed naar ze kijkt, hebben ze een vin die over hun rug loopt, en kieuwopeningen. Ze hebben ook een puntige staart, terwijl zeeslangen een peddelachtige staart hebben. Zowel slangenalen als zeeslangen voeden zich met kleine visjes die ze in hun geheel doorslikken, net zoals een slang op het land een muis in zijn geheel doorslikt.
Hawaiiaanse slangenalen komen vrij algemeen voor, maar duikers en snorkelaars zien ze zelden omdat ze zich meestal ’s nachts voeden en overdag onder het zand leven. Meestal als ik ze zie is het broedseizoen en zijn ze op zoek naar een partner. Ze zijn superleuk om naar te kijken, want ze maken schokkerige bewegingen terwijl ze met hun kleine zintuiglijke tentakels het rif afspeuren op zoek naar voedsel.
Zeeslangen en slangenalen hebben een gestreept of gevlekt patroon. Dat komt omdat ze, als een roofdier achter ze aanzit, snel wegzoeven en hun patroon een optische illusie creëert, waardoor ze langer lijken dan ze in werkelijkheid zijn, in de hoop dat het roofdier ze zal proberen te grijpen als ze al voorbij zijn. Veel slangen op het land hebben precies dezelfde patronen om dezelfde reden.
Als je het geluk hebt om tijdens het snorkelen een Hawaiiaanse slangenaal te zien, geniet er dan van, want het is een speciale traktatie, en maak je geen zorgen dat het een zeeslang is.
Je kunt puhi la au in actie zien in mijn video “The World’s Guide To Hawaiian Reef Fish” op underwater2web.com.