Medicatie is een belangrijk onderdeel van de behandeling van ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder). Het kan verlichting bieden bij problematische symptomen, zoals concentratieproblemen, het onvermogen om taken af te maken, of rusteloosheid. Medicatie kan ook hyperactiviteit en impulsiviteit verminderen en het vermogen om zich te concentreren, te werken en te leren verbeteren.
Wanneer medicatie wordt aanbevolen om ADHD op volwassen leeftijd te behandelen, bieden psychiaters van NYU Langone follow-up medicatiemanagementsessies om de keuze van medicatie en de dosering af te stemmen. Ze kunnen ook medicatie gebruiken om de symptomen van andere psychische aandoeningen, zoals depressie en angst, te beheersen, die vaak voorkomen bij mensen met ADHD.
Stimulantia zijn de meest voorgeschreven medicijnen voor ADHD, omdat ze een kalmerend effect hebben op mensen met deze aandoening. Deze medicijnen omvatten amfetaminezouten, zoals Adderall®; methylfenidaat, zoals Concerta® of Ritalin®; en lisdexamfetamine dimesylaat, of Vyvanse®. Veel soorten stimulerende medicatie zijn beschikbaar in kortwerkende of verlengde afgifte varianten. Medicijnen met verlengde afgifte hebben meestal de voorkeur, omdat ze zo zijn samengesteld dat de medicatie langzaam in het lichaam vrijkomt, waardoor de symptomen de hele dag onder controle kunnen worden gehouden.
Niet-stimulerende medicijnen worden soms voorgeschreven als een alternatief voor stimulerende medicijnen. Ze hebben een ander effect op de hersenen, maar bieden ook verlichting van de symptomen. Strattera®, of atomoxetine, is een niet-stimulerend medicijn dat wordt gebruikt voor de behandeling van ADHD bij volwassenen.
Als u begint met een medicijnkuur, spreken onze psychiaters regelmatig met u af om de dosering aan te passen en zo de bijwerkingen tot een minimum te beperken. Stimulerende middelen kunnen slapeloosheid, verminderde eetlust en een versnelde hartslag veroorzaken, terwijl niet-stimulerende medicatie duizeligheid, slaapproblemen, een droge mond en verminderde eetlust kan veroorzaken. Onze psychiaters gaan ook in op eventuele vragen die u over de medicatie heeft.
Onze artsen raden doorgaans aan dat u de medicatie ten minste een jaar gebruikt. Tijdens follow-upbezoeken, die in het begin maandelijks plaatsvinden en daarna om de paar maanden, beoordeelt uw arts hoe goed de medicatie voor u werkt en ontwikkelt hij een beheersplan voor de langere termijn. Sommige mensen kunnen hun medicatie afbouwen tot ze die niet meer nodig hebben, terwijl anderen langer medicatie kunnen gebruiken als de symptomen aanhouden. Medicatie wordt soms gebruikt in combinatie met cognitieve therapie.