Een donderslag luidde het heengaan van Charlie “Bird” Parker in. Barones Pannonica de Koenigswarter, die Parker tijdens zijn laatste dagen onderdak en troost bood in haar suite in Hotel Stanhope op 5th Avenue in New York, herinnerde zich: “Op het moment van zijn heengaan, was er een enorme donderslag. Ik dacht er op dat moment niet aan, maar ik heb er sindsdien vaak aan gedacht; hoe vreemd het was.” Een musicus speculeerde dat Parker uiteenviel in “puur geluid.”
Charlie Parker had het leven ten volle geleefd. Robert Reisner, een vriend van Parker en auteur van Bird: The Legend of Charlie Parker, merkte op: “Charlie Parker, in de korte tijd van zijn leven, drukte er meer leven in dan enig ander mens. Hij was een man met een enorme fysieke eetlust. Hij at als een paard, dronk als een vis, was zo sexy als een konijn. Hij was compleet in de wereld, was in alles geïnteresseerd. Hij componeerde, schilderde; hij hield van machines, auto’s; hij was een liefhebbende vader …. Niemand had zo’n liefde voor het leven, en niemand deed meer zijn best om zelfmoord te plegen….” Dr. Richard Freymann, de behandelend arts tijdens Parkers laatste dagen in het Stanhope Hotel, schatte hem drieënvijftig jaar oud. Hij was vierendertig op het moment van zijn dood.
Parkers vroege dood kwam niet als een verrassing voor degenen die hem goed kenden. Nadat hij op zestienjarige leeftijd verslaafd was geraakt aan heroïne, worstelde hij de rest van zijn leven met drugsverslaving, alcoholmisbruik en geestesziekte. In de loop der jaren verwoestte zijn massale consumptie van alcohol en drugs zijn toch al fragiele lichamelijke en geestelijke gezondheid. Bandleider Jay McShann merkte op: “Ik wist dat het vroeg of laat zou gebeuren. De manier waarop hij bezig was met die dope en zo. Hij kon het maar zo lang volhouden.”
Tijdens zijn korte leven veranderde Parker de loop van de muziek. Net als Louis Armstrong, Duke Ellington, Miles Davis en John Coltrane was hij een baanbrekend componist en improvisator die een nieuw jazztijdperk inluidde en latere generaties musici, schrijvers en kunstenaars beïnvloedde.
Jazzhistoricus Martin Williams oordeelde dat Parker “iedereen” beïnvloedde. In 1965 merkte jazzpianist Lennie Tristano op dat: “Als Charlie Parker zich wilde beroepen op plagiaatwetten; hij bijna iedereen kon aanklagen die de laatste tien jaar een plaat heeft gemaakt.”
Geboren in Kansas City, Kansas op 29 augustus 1920, zette Parker zijn muzikale tanden in de steegjes achter de nachtclubs aan 12th Street in Kansas City, Missouri, waar Count Basie, Lester Young, Mary Lou Williams en andere jazzlegendes marathon-jamsessies hielden.
Continue Reading→