New York, bijgenaamd “The Empire State”, is de vierde meest bevolkte en 27e grootste in grootte in de VS met 54.475 vierkante mijl; het is de zevende in bevolkingsdichtheid. In het zuiden grenst de staat aan New Jersey en Pennsylvania, en in het oosten aan Connecticut, Massachusetts en Vermont. Het grenst ook aan de Atlantische Oceaan en deelt een internationale grens met twee Canadese provincies in het noorden en het westen. Het grenst ook aan twee Grote Meren: Lake Erie en Lake Ontario. New York City is de dichtstbevolkte stad en het economisch centrum van de staat, en tevens de dichtstbevolkte stad van het land. Bijna tweederde van de bevolking van de staat woont in de agglomeratie New York City. Het is een wereldstad met een grote invloed op handel, financiën, media, kunst, cultuur, onderzoek, technologie en onderwijs.
De geografie van New York omvat de Adirondack Mountains en vele grote meren, rivieren, valleien, en enkele eilanden. De meest opvallende zijn Lake Champlain en Lake Champlain Valley, Hudson River en Hudson Valley, Lake George, de Allegheny River, en het Finger Lakes gebied. De hoogste top in New York is Mount Marcy, 5.344 voet boven de zeespiegel. Het zuidelijke deel van de staat maakt deel uit van het Allegheny Plateau, dat zich uitstrekt tot de Catskill Mountains. Het Adirondack Park is het grootste staatspark van de Verenigde Staten en is groter dan Yellowstone National Park, Yosemite National Park, Grand Canyon National Park, Glacier National Park en Olympic National Park samen. Catskill Park is een ander staatspark dat bekend staat om zijn wilde dieren, zoals herten, nertsen en zwarte beren. Er zijn talrijke kampeerterreinen en wandelpaden. Niagara Falls was het eerste staatspark in de Verenigde Staten, opgericht door New York aan het eind van de 19e eeuw. Er zijn ook een groot aantal historische plaatsen voor bezoekers. Het weer in New York is over het algemeen warm en vochtig in de zomer, en koud en vochtig of besneeuwd in de winter, waarbij de gebieden rond Lake Ontario vaak sneeuw met meereffecten krijgen.
New York City is een belangrijk economisch centrum in de Verenigde Staten en de wereld, de thuisbasis van Wall Street, de New York Stock Exchange, en het internationale bankwezen. Het is ook een centrum voor de technologie-industrie, media en entertainment. Het toerisme levert een grote bijdrage aan de economie: bezoekers komen niet alleen voor de felle lichten van New York City, maar ook voor openluchtrecreatie en de natuurlijke schoonheid van de staat. Bovendien zijn er een aantal skigebieden die in de winter bezoekers aantrekken. New York exporteert goederen zoals bereide voedingsmiddelen, computers, elektronica, geslepen diamanten, en andere. De economie van de staat wordt ook ondersteund door een grote productiesector, waaronder drukkerijen en de productie van kleding, spoorweguitrusting, auto-onderdelen en buslijnvoertuigen. New York staat op de derde plaats wat de productie van druiven betreft en is de tweede wijnproducent van de Verenigde Staten. Andere landbouwproducten zijn ahornsiroop, appels, kersen, kool, zuivelproducten, uien en aardappelen. New York is de grootste producent van kool in het land. New York is ook een centrum voor onderwijs, met verschillende grote openbare universiteiten, en een aantal gerespecteerde particuliere universiteiten, zoals Columbia University in Upper Manhattan in New York City en Cornell University in Ithaca.