Overlevingskansen kunnen u een idee geven van het percentage mensen met dezelfde soort kanker en hetzelfde stadium van kanker dat nog in leven is na een bepaalde tijd (meestal 5 jaar) nadat de diagnose is gesteld. Ze kunnen u niet vertellen hoe lang u zult leven, maar ze kunnen u wel een beter inzicht geven in hoe waarschijnlijk het is dat uw behandeling succesvol zal zijn.
Bedenk wel dat overlevingscijfers schattingen zijn en vaak gebaseerd zijn op eerdere resultaten van grote aantallen mensen die een specifieke vorm van kanker hadden, maar dat ze niet kunnen voorspellen wat er in het geval van een bepaalde persoon zal gebeuren. Deze statistieken kunnen verwarrend zijn en ertoe leiden dat u nog meer vragen hebt. Praat met uw arts over hoe deze cijfers op u van toepassing kunnen zijn, want hij of zij is bekend met uw situatie.
Wat is een 5-jaars relatieve overlevingskans?
Een relatieve overlevingskans vergelijkt mensen met dezelfde soort en hetzelfde stadium van kanker met mensen in de totale bevolking. Als de relatieve 5-jaarsoverleving voor een bepaald stadium van kanker bijvoorbeeld 90% is, betekent dit dat mensen die deze vorm van kanker hebben gemiddeld 90% meer kans hebben om na de diagnose nog ten minste 5 jaar te leven dan mensen die deze vorm van kanker niet hebben.
Waar komen deze cijfers vandaan?
De American Cancer Society baseert zich op informatie uit de SEER-database*, die wordt onderhouden door het National Cancer Institute (NCI), om overlevingsstatistieken voor verschillende soorten kanker te verstrekken.
De SEER-database houdt de relatieve vijfjaarsoverleving bij voor mondholte- en orofaryngeale kanker in de Verenigde Staten, op basis van hoe ver de kanker is uitgezaaid. De SEER-databank groepeert kankers echter niet volgens AJCC TNM-stadia (stadium 1, stadium 2, stadium 3, enz.). In plaats daarvan worden kankers ingedeeld in plaatselijke, regionale en verre stadia:
- Plaatselijk: Er zijn geen tekenen dat de kanker is uitgezaaid buiten het orgaan waar hij is begonnen (bijvoorbeeld de lip, tong of mondbodem).
- Regionaal: De kanker is uitgezaaid naar nabijgelegen structuren of lymfeklieren.
- Distant: De kanker is uitgezaaid naar verre delen van het lichaam, zoals de longen.
5-jaars relatieve overlevingskansen voor mondholte- en orofaryngeale kanker
Gebaseerd op mensen bij wie tussen 2010 en 2016 mondholte- of orofaryngeale kanker werd gediagnosticeerd.
Lip
SEER Stadium |
5-Year Relative Survival Rate |
Lokaal |
94% |
Regionaal |
66% |
District |
32% |
92% |
Tong
SEER stadium |
5-Year Relative Survival Rate |
Lokaal |
82% |
Regionaal |
68% |
District |
40% |
67% |
Vloer van de mond
SEER stadium |
5-Jaar Relatief Overlevingspercentage |
Lokaal |
76% |
Regionaal |
38% |
District |
20% |
51% |
Oropharynx
EER stadium |
5-jaar Relatief Overlevingspercentage |
Gelokaliseerd |
62% |
Regionaal |
57% |
Over |
29% |
Alle SEER-stadia samen |
49% |
Andere kankers
Voor kankers van het tandvlees en andere delen van de mond, was de relatieve overleving 60%, maar overleving naar stadium is niet beschikbaar.
Inzicht in de cijfers
- Deze cijfers hebben alleen betrekking op het stadium van de kanker op het moment dat de eerste diagnose wordt gesteld. Ze gelden niet als de kanker later groeit, zich uitbreidt of na behandeling terugkomt.
- Deze getallen houden niet met alles rekening. De overlevingscijfers zijn gegroepeerd op basis van hoe ver de kanker is uitgezaaid, maar uw leeftijd, algemene gezondheid, hoe goed de kanker op de behandeling reageert, en andere factoren zijn ook van invloed op uw vooruitzichten. Momenteel zijn deze overlevingspercentages niet gebaseerd op de vraag of de kanker p16-positief of -negatief is.
- Mensen bij wie nu mondholte- of orofaryngeale kanker wordt vastgesteld, hebben mogelijk betere vooruitzichten dan uit deze cijfers blijkt. Behandelingen verbeteren in de loop van de tijd, en deze cijfers zijn gebaseerd op mensen bij wie de diagnose ten minste vijf jaar eerder is gesteld en behandeld.
*SEER= Surveillance, Epidemiology, and End Results