Net zoals Ray Charles de rhythm and blues terugbracht in de countrymuziek, bracht Ronnie Milsap de rhythm and blues terug in de country – en net als Charles deed hij dat op zijn eigen manier. Met een aanstekelijk, dansbaar country-popgeluid domineerde hij de radio in de jaren ’70 en ’80 en duwde hij het genre voorbij zijn landelijke wortels naar de mainstream entertainment.
Geboren als blinde in een arme streek van North Carolina, woonde Ronnie tot zijn zesde bij zijn grootmoeder. Hij ging naar de Morehead State School for the Blind in Raleigh, waar hij een strenge klassieke opleiding kreeg. Maar ’s avonds laat luisterde hij naar zijn favoriete country-, gospel-, en R&anp;B-uitzendingen. De muziek deed hem aan thuis denken.
Ronnie studeerde rechten aan het Young Harris Junior College in de buurt van Atlanta en kreeg uiteindelijk een beurs voor Emory. In plaats van verder te gaan met rechten, stortte hij zich op de muziek en vormde zijn eigen band. In het midden van de jaren 60 werkte hij samen met J.J. Cale en kreeg hij sessiewerk met producer Chips Moman, met name aan Elvis Presley’s “Kentucky Rain” en “Don’t Cry Daddy.”
In 1973 verhuisde Ronnie van Memphis naar Nashville. Voordat men kon zeggen “succes van de ene dag op de andere”, werd hij getekend door RCA en bracht de twee-zijdige hit, “All Together Now (Let’s Fall Apart)” en “I Hate You” uit. Hij volgde met “That Girl Who Waits on Tables” en “Pure Love.”
Een jaar later had hij drie nummer 1 nummers. De stroom van hits zou 15 jaar lang niet ophouden: “Daydreams About Night Things,” “(I’m A) Stand by My Woman Man,” “Smoky Mountain Rain,” “Lost in the Fifties Tonight (In the Still of the Night),” “How Do I Turn You On” en “Don’t You Ever Get Tired of Hurting Me” bestormden allemaal de hitlijsten.
“Voordat ik in 1976 bij de Opry kwam, vroeg Jeanne Pruett me altijd om hier te komen en te gast te zijn,” herinnert Ronnie zich. “Uiteindelijk zei ze: ‘Ik denk dat je bij de Grand Ole Opry moet komen.’ En ik zei: ‘Nou, hoe doe je dat?’
“Plotseling, op een avond was ik hier en Mr. Roy Acuff kwam naar me toe in de hal en zei: ‘Hé, Ronnie, wil je lid worden van de Opry?’ Ik zei, ‘Ja, meneer. Hij zei: ‘Oké, dan word je lid van de Grand Ole Opry.'”
Naast zijn meerdere gouden en platina albums, heeft Ronnie zes Grammy’s en vele CMA en ACM Awards gewonnen. Hij is lid van de Country Music Hall of Fame. De uitbundige performer en originele stylist veranderde het gezicht van de countrymuziek, maar hij is nooit zijn eigen moeilijke weg naar het sterrendom en zijn geluk onderweg vergeten. In 1986 richtte hij de Ronnie Milsap Foundation op om blinden en slechtzienden te helpen. “In zekere zin is het een zegen dat ik blind geboren ben,” zei hij eens. “Als ik ziende was geboren in het westen van North Carolina… zou ik zeker niet doen wat ik nu doe.”