Ondanks haar opvallende levensstijl heeft Beltrán lang vermeden bewijsmateriaal aan de politie over te dragen. In 2002 zocht ze echter onverwachts hulp bij de autoriteiten toen haar tienerzoon was ontvoerd voor een losgeld van 5 miljoen dollar. Uiteindelijk kreeg ze haar zoon terug, maar niet zonder verdenkingen te wekken die een onderzoek deden starten. Het kostte meer dan vier jaar en 30 federale agenten om Ávila in te rekenen en uiteindelijk te arresteren. Zij werd samen met Espinoza Ramírez gearresteerd op 28 september 2007 in Mexico-Stad. Ze werd beschuldigd van en veroordeeld voor het witwassen van miljarden dollars aan drugs die van Colombia naar Mexico werden gesmokkeld.
Op een bandopname van haar politieverhoor beschrijft ze zichzelf als een huisvrouw die een beetje bijverdient met “het verkopen van kleding en het verhuren van huizen”. Toen haar werd gevraagd waarom ze was gearresteerd, antwoordde ze: “Vanwege een uitleveringsbevel aan de Verenigde Staten.” Haar leven achter de tralies van de vrouwengevangenis Santa Martha Acatitla in Mexico-Stad is haar blijkbaar niet bevallen, want ze heeft een klacht ingediend bij een mensenrechtencommissie in Mexico-Stad, waarin ze zegt dat er in haar cel insecten zitten, die ze schadelijke fauna noemt. Ze zei ook dat het verbod op het meebrengen van voedsel uit restaurants haar mensenrechten schond.
In januari 2011 werd een onderzoek gestart nadat een arts de gevangenis was binnengelaten om Beltrán een Botox-injectie te geven, een therapie die niet is toegestaan voor gevangenen. De directeur van de gevangenis en het hoofd van het ziekenhuis werden uit hun functie ontheven. Alle drugsaanklachten werden begin 2011 ingetrokken. Sinds februari 2015 is Sandra vrij volgens CNN “Nu, na meer dan zeven jaar achter de tralies, is de vrouw die bekend staat als “De koningin van de Stille Oceaan” vrij.
Uitlevering en deportatieEdit
In juni 2012 hebben verschillende Mexicaanse rechters grote obstakels uit de weg geruimd om Ávila Beltrán uit te leveren aan de Verenigde Staten op beschuldigingen van cocaïnehandel die teruggaan tot 2001. Aanvankelijk waren eerdere verzoeken om Ávila Beltrán uit te leveren tweemaal door een panel en vervolgens door een rechter afgewezen, maar Ávila Beltrán moest zich verantwoorden voor de aanklachten van de Verenigde Staten wegens verscheidene in Chicago in beslag genomen zendingen cocaïne.Op 10 augustus 2012 werd Ávila Beltrán uitgeleverd aan de Verenigde Staten en naar Florida gevlogen om te worden geconfronteerd met aanklachten wegens bezit van en handel in cocaïne. Ávila ontkende de aanklachten en als onderdeel van de pleidooi deal, zei Ávila dat ze Espinosa van 2002 tot 2004 “financiële bijstand voor reizen, onderdak en andere uitgaven” verleende.
Ávila Beltrán werd vervolgens terug naar Mexico gedeporteerd, waar ze op 20 augustus 2013 onmiddellijk werd gearresteerd op beschuldiging van het witwassen van geld en werd veroordeeld tot nog eens vijf jaar gevangenisstraf en een boete voor het witwassen van geld. Zij zat opgesloten in de federale gevangenis Social Readaptation Center No. 4 in Tepic, Nayarit. Zij werd in 2015 vrijgelaten en woont nu in de stad Guadalajara. Sinds haar arrestatie in 2007 heeft ze in totaal zeven jaar in de gevangenis doorgebracht, waarvan twee jaar in isolatie.