Sir Thomas Lawrence, (geboren 13 april 1769, Bristol, Gloucestershire, Eng.-gestorven 7 jan. 1830, Londen), schilder en tekenaar die de meest modieuze Engelse portretschilder was van de late 18e en vroege 19e eeuw.
Hij was de zoon van een herbergier die eigenaar was van de Black Bear in Devizes, waar de jonge Lawrence een reputatie als wonderkind verwierf met zijn profielportretten in potlood van gasten. Later begon hij in pastel te werken en in 1780, toen zijn familie naar Bath verhuisde, vestigde hij zich als professioneel kunstenaar. Hij had weinig regulier onderwijs of artistieke training gehad, maar werkte al met olieverf tegen de tijd dat hij in 1787 naar Londen verhuisde. Daar studeerde hij korte tijd aan de scholen van de Royal Academy en werd hij aangemoedigd door Sir Joshua Reynolds. Hij was knap, charmant en uitzonderlijk begaafd. Zijn vroege succes was fenomenaal, en toen hij 20 jaar oud was werd hij naar Windsor geroepen om het later alom geprezen portret van Koningin Charlotte te schilderen. Hij werd in 1791 tot geassocieerd lid van de Royal Academy gekozen en in 1794 tot academicus.
Lawrence was een zeer bekwaam tekenaar. Hij liet pastels al snel voor wat het was, maar bleef portretten maken in potlood en krijt. Dit waren afzonderlijke opdrachten en zelden studies voor schilderijen, omdat het zijn gewoonte was een zorgvuldige tekening van het hoofd en soms van de hele compositie op het doek zelf te maken en daaroverheen te schilderen. Er zijn zeer interessante verwijzingen naar zijn werkwijze in Joseph Farington’s Diary.
Na de dood van Reynolds was Lawrence de belangrijkste Engelse portretschilder. Zijn werken vertonen een vloeiende toets, rijke kleuren, en een groot vermogen om texturen te realiseren. Hij presenteerde zijn geportretteerden op een dramatische, soms theatrale manier, die romantische portretten van een hoog niveau opleverde. Na de dood van John Hoppner in 1810 werd hij begunstigd door de Prins Regent, die hem in 1815 tot ridder sloeg en hem in 1818 naar de politieke congressen van Aix-la-Chapelle en Wenen stuurde, waar hij 24 grote portretten ten voeten uit schilderde van de militaire leiders en staatshoofden van de Heilige Alliantie. Deze met verve en elegantie uitgevoerde werken hangen nu samen in de Waterloo Chamber in Windsor Castle – een uniek historisch document uit die periode. Door deze werken werd Lawrence erkend als de meest vooraanstaande portretschilder van Europa. Bij zijn terugkeer naar Engeland in 1820 werd hij gekozen tot voorzitter van de Royal Academy.
Lawrence was ook een vooraanstaand kenner. Zijn collectie oude meester-tekeningen was een van de mooiste die ooit zijn bijeengebracht, en hij speelde een belangrijke rol bij het veiligstellen van de collectie Griekse beelden die bekend staan als de Elgin Marbles voor het land en bij de oprichting van de National Gallery.