Skip to Main Content – Keyboard Accessible

§ 61.109 Aeronautical experience.

(a) Voor een bevoegdverklaring voor éénmotorige vliegtuigen. Behoudens het bepaalde in paragraaf (k) van deze sectie moet een persoon die een aanvraag indient voor een bewijs van bevoegdheid als privévlieger met een bevoegdverklaring voor de categorie vleugelvliegtuigen en de klasse éénmotorig ten minste 40 uur vliegtijd registreren, waarvan ten minste 20 uur vliegopleiding door een bevoegde instructeur en 10 uur solovliegopleiding op de gebieden vermeld in § 61.107(b)(1) van dit deel, en de training moet ten minste omvatten –

(1) 3 uur overlandvliegtraining in een eenmotorig vliegtuig;

(2) Behalve zoals bepaald in § 61.110 van dit deel, 3 uur nachtvliegtraining in een eenmotorig vliegtuig met inbegrip van –

(i) een overlandvlucht van meer dan 100 zeemijl totale afstand; en

(ii) 10 starts en 10 landingen tot volledige stilstand (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven.

(3) 3 uur vliegopleiding in een eenmotorig vliegtuig betreffende het besturen en manoeuvreren van een vliegtuig uitsluitend op instrumenten, met inbegrip van rechtuit en horizontaal vliegen, constante luchtsnelheid bij klimmen en dalen, draaien naar een koers, herstellen uit ongewone vliegstanden, radiocommunicatie, en het gebruik van navigatiesystemen/-faciliteiten en radardiensten passend bij instrumentvliegen;

(4) 3 uur vliegopleiding met een bevoegde instructeur in een eenmotorig vliegtuig ter voorbereiding op het praktijkexamen, die moet zijn uitgevoerd binnen de voorafgaande 2 kalendermaanden vanaf de maand van het examen; en

(5) 10 uur solovliegtijd in een eenmotorig vliegtuig, bestaande uit ten minste –

(i) 5 uur solo-overlandvluchten;

(ii) één solo-overlandvlucht van 150 zeemijl totale afstand, met landingen met volledige stilstand op drie punten, en één segment van de vlucht bestaande uit een rechtlijnige afstand van meer dan 50 zeemijl tussen de start- en landingsplaatsen; en

(iii) drie starts en drie landingen tot volledige stilstand (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven met een verkeerstoren die in werking is.

(b) Voor een bevoegdverklaring voor meerpiloot-gecertificeerde vleugelvliegtuigen. Behoudens het bepaalde in paragraaf (k) van deze sectie moet een persoon die een aanvraag indient voor een bewijs van bevoegdheid als privévlieger met een bevoegdverklaring voor de categorie vleugelvliegtuigen en meermotorige klasse ten minste 40 uur vliegtijd registreren, waarvan ten minste 20 uur vliegopleiding door een bevoegde instructeur en 10 uur solovliegopleiding op de in § 61.B, lid 2, van bijlage II bij de FCA genoemde vlieggebieden.107(b)(2) van dit deel, en de training moet ten minste omvatten –

(1) 3 uur overlandvliegtraining in een meermotorig vliegtuig;

(2) Behalve zoals bepaald in § 61.110 van dit deel, 3 uur nachtvliegtraining in een meermotorig vliegtuig met inbegrip van –

(i) een overlandvlucht van meer dan 100 zeemijl totale afstand; en

(ii) 10 starts en 10 landingen tot volledige stilstand (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven.

(3) 3 uur vliegopleiding in een meermotorig vliegtuig betreffende het besturen en manoeuvreren van een vliegtuig uitsluitend op instrumenten, met inbegrip van rechtuit en horizontaal vliegen, constante luchtsnelheid bij klimmen en dalen, draaien naar een koers, herstellen uit ongewone vliegstanden, radiocommunicatie, en het gebruik van navigatiesystemen/-faciliteiten en radardiensten passend bij instrumentvliegen;

(4) 3 uur vliegopleiding met een bevoegde instructeur in een meermotorig vliegtuig ter voorbereiding op het praktijkexamen, die moet zijn uitgevoerd binnen de voorafgaande 2 kalendermaanden vanaf de maand van het examen; en

(5) 10 uur solovliegtijd in een vliegtuig bestaande uit ten minste –

(i) 5 uur solo-overlandvluchten;

(ii) één solo-overlandvlucht van 150 zeemijl totale afstand, met landingen met volledige stilstand op drie punten, en één segment van de vlucht bestaande uit een afstand in rechte lijn van meer dan 50 zeemijl tussen de start- en landingsplaatsen; en

(iii) drie starts en drie landingen tot volledige stilstand (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven met een verkeerstoren die in werking is.

(c) Voor een bevoegdverklaring voor helikopter. Behoudens het bepaalde in paragraaf (k) van deze sectie moet een persoon die een aanvraag indient voor een bewijs van bevoegdheid als privévlieger met een bevoegdverklaring voor de categorie rotorvliegtuigen en de klasse helikopters ten minste 40 uur vliegtijd registreren, waarvan ten minste 20 uur vliegopleiding door een bevoegde instructeur en 10 uur solovliegtraining in de vluchtuitvoeringsgebieden vermeld in § 61.107(b)(3) van dit deel, en de training moet ten minste omvatten –

(1) 3 uur overlandvliegtraining in een helikopter;

(2) Behalve zoals bepaald in § 61.110 van dit deel, 3 uur nachtvliegtraining in een helikopter die omvat –

(i) één overlandvlucht van meer dan 50 zeemijl totale afstand; en

(ii) 10 starts en 10 landingen tot volledige stilstand (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven.

(3) 3 uur vliegopleiding met een bevoegde instructeur in een helikopter ter voorbereiding op het praktijkexamen, die moet zijn uitgevoerd binnen de voorafgaande 2 kalendermaanden vanaf de maand van het examen; en

(4) 10 uur solovliegtijd in een helikopter, bestaande uit ten minste –

(i) 3 uur overlandvluchten;

(ii) één solo-overlandvlucht van in totaal 100 zeemijl, met landingen op drie punten, waarbij één segment van de vlucht een afstand in rechte lijn is van meer dan 25 zeemijl tussen de start- en landingsplaatsen; en

(iii) drie starts en drie landingen tot volledige stilstand (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven met een verkeerstoren die in werking is.

(d) Voor een bevoegdverklaring voor een gyrocopter. Behoudens het bepaalde in paragraaf (k) van deze sectie moet een persoon die een aanvraag indient voor een certificaat als privévlieger met een bevoegdverklaring voor de categorie rotorvliegtuigen en de klasse gyrocopter ten minste 40 uur vliegtijd registreren, waarvan ten minste 20 uur vliegopleiding door een bevoegde instructeur en 10 uur solovliegtraining in de vluchtuitvoeringsgebieden vermeld in § 61.107(b)(4) van dit deel, en de training moet ten minste omvatten –

(1) 3 uur overlandvliegtraining in een gyrocopter;

(2) Behalve zoals bepaald in § 61.110 van dit deel, 3 uur nachtvliegtraining in een gyrocopter met inbegrip van –

(i) een overlandvlucht van meer dan 50 zeemijl totale afstand; en

(ii) 10 starts en 10 landingen tot volledige stilstand (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven.

(3) 3 uur vliegopleiding met een bevoegde instructeur in een gyrocopter ter voorbereiding op het praktijkexamen, die moet zijn uitgevoerd binnen de voorafgaande 2 kalendermaanden vanaf de maand van het examen; en

(4) 10 uur solovliegtijd in een gyrocopter, bestaande uit ten minste –

(i) 3 uur overlandvluchten;

(ii) één solo-overlandvlucht van in totaal 100 zeemijl, met landingen op drie punten, waarbij één segment van de vlucht een afstand in rechte lijn is van meer dan 25 zeemijl tussen de start- en landingsplaats; en

(iii) drie starts en drie landingen tot volledige stilstand (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven met een verkeerstoren die in werking is.

(e) Voor een bevoegdverklaring voor powered-lift luchtvaartuigen. Behoudens het bepaalde in paragraaf (k) van deze sectie moet een persoon die een aanvraag indient voor een bewijs van bevoegdheid als privévlieger met een bevoegdverklaring voor de categorie powered-lift ten minste 40 uur vliegtijd registreren, waarvan ten minste 20 uur vliegopleiding door een bevoegde instructeur en 10 uur solovliegtraining in de vluchtuitvoeringsgebieden vermeld in § 61.107(b)(5) van dit deel, en de training moet ten minste omvatten –

(1) 3 uur overlandvliegtraining in een powered-lift;

(2) Behalve zoals bepaald in § 61.110 van dit deel, 3 uur nachtvliegtraining in een powered-lift die omvat –

(i) een overlandvlucht van meer dan 100 zeemijl totale afstand; en

(ii) 10 starts en 10 landingen tot volledige stilstand (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven.

(3) 3 uur vliegopleiding in een powered-lift over het besturen en manoeuvreren van een powered-lift uitsluitend op instrumenten, met inbegrip van rechtuit en horizontaal vliegen, klimmen en dalen met constante luchtsnelheid, draaien naar een koers, herstellen uit ongewone vliegstanden, radiocommunicatie, en het gebruik van navigatiesystemen/-faciliteiten en radardiensten passend bij instrumentvliegen;

(4) 3 uur vliegopleiding met een bevoegde instructeur in een powered-lift ter voorbereiding op het praktijkexamen, die moet zijn uitgevoerd binnen de voorafgaande 2 kalendermaanden vanaf de maand van het examen; en

(5) 10 uur solovliegtijd in een vliegtuig of powered-lift bestaande uit ten minste –

(i) 5 uur overlandvluchten;

(ii) één solo-overlandvlucht van 150 zeemijl totale afstand, met landingen met volledige stilstand op drie punten, en één segment van de vlucht bestaande uit een afstand in rechte lijn van meer dan 50 zeemijl tussen de start- en landingsplaatsen; en

(iii) drie starts en drie landingen tot volledige stilstand (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven met een verkeerstoren die in werking is.

(f) Voor een bevoegdverklaring voor zweefvliegtuigcategorie.

(1) Indien de kandidaat voor een bewijs van bevoegdheid als privévlieger met een bevoegdverklaring voor de categorie zweefvliegtuigen niet ten minste 40 vlieguren heeft geregistreerd als bestuurder in een zwaarder dan lucht luchtvaartuig, moet de kandidaat ten minste 10 vlieguren registreren in een zweefvliegtuig op de vluchtgebieden vermeld in § 61.107(b)(6) van dit deel, en die vliegtijd moet ten minste omvatten –

(i) 20 vluchten in een zweefvliegtuig op de vluchtgebieden vermeld in § 61.107(b)(6) van dit deel, en die vliegtijd moet ten minste omvatten –

(ii) 20 vluchten in een zweefvliegtuig op de vluchtgebieden vermeld in § 61.107(b)(6) van dit deel.107(b)(6) van dit deel, waaronder ten minste 3 lesvluchten met een bevoegde instructeur in een zweefvliegtuig ter voorbereiding op het praktijkexamen die moeten zijn uitgevoerd binnen de voorafgaande 2 kalendermaanden vanaf de maand van het examen; en

(ii) 2 uur solovliegtijd in een zweefvliegtuig in de vluchtgebieden vermeld in § 61.107(b)(6) van dit deel, waarbij ten minste 10 starts en landingen moeten worden uitgevoerd.

(2) Indien de kandidaat ten minste 40 vlieguren heeft geregistreerd in een zwaarder dan luchtvliegtuig, moet de kandidaat ten minste 3 vlieguren registreren in een zweefvliegtuig in de toepassingsgebieden vermeld in § 61.107(b)(6) van dit deel, en die vliegtijd moet ten minste omvatten –

(i) 10 solovluchten in een zweefvliegtuig op de vluchtgebieden vermeld in § 61.107(b)(6) van dit deel; en

(ii) 3 lesvluchten met een bevoegde instructeur in een zweefvliegtuig ter voorbereiding op het praktijkexamen die moeten zijn uitgevoerd binnen de voorafgaande 2 kalendermaanden vanaf de maand van het examen.

(g) Voor een bevoegdverklaring voor luchtschepen. Een persoon die een aanvraag indient voor een bewijs van bevoegdheid als privévlieger met een bevoegdverklaring voor de categorie lichter dan lucht en de klasse luchtschepen, moet ten minste het volgende loggen

(1) 25 uur vliegopleiding in luchtschepen op de vluchtgebieden vermeld in § 61.107(b)(7) van dit deel, die ten minste bestaat uit:

(i) 3 uur overlandvliegopleiding in een luchtschip;

(ii) behalve zoals bepaald in § 61.110 van dit deel, 3 uur nachtvliegopleiding in een luchtschip die omvat:

(A) een overlandvlucht van meer dan 25 zeemijl totale afstand; en

(B) vijf starts en vijf landingen tot volledige stilstand (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven.

(2) 3 uur vliegopleiding in een luchtschip betreffende het besturen en manoeuvreren van een luchtschip uitsluitend op instrumenten, met inbegrip van recht en horizontaal vliegen, constante luchtsnelheid bij klimmen en dalen, draaien naar een koers, herstellen uit ongewone vliegstanden, radiocommunicatie, en het gebruik van navigatiesystemen/-faciliteiten en radardiensten passend bij instrumentvliegen;

(3) 3 uur vliegopleiding met een bevoegde instructeur in een luchtschip ter voorbereiding op het praktijkexamen binnen de voorafgaande 2 kalendermaanden vanaf de maand van het examen; en

(4) 5 uur uitvoering van de taken van gezagvoerder in een luchtschip met een bevoegde instructeur.

(h) Voor een bevoegdverklaring voor luchtballonnen. Een persoon die een aanvraag indient voor een certificaat als privévlieger met een bevoegdverklaring voor de categorie lichter dan lucht en de klasse ballon, moet ten minste 10 uur vliegopleiding loggen, waarvan ten minste zes trainingsvluchten met een bevoegde instructeur op de in § 61.107(b)(8) van dit deel opgesomde vluchtuitvoeringsgebieden, waaronder –

(1) Gasballon. Als de opleiding wordt uitgevoerd in een gasballon, ten minste twee vluchten van elk 2 uur die bestaan uit –

(i) Ten minste één trainingsvlucht met een bevoegde instructeur in een gasballon ter voorbereiding op het praktijkexamen binnen de voorafgaande 2 kalendermaanden vanaf de maand van het examen;

(ii) ten minste één vlucht ter uitvoering van de taken van gezagvoerder in een gasballon met een bevoegde instructeur; en

(iii) ten minste één vlucht met gecontroleerde opstijging tot 3 000 voet boven de lanceerplaats.

(2) Ballon met een luchtverwarmer. Als de opleiding wordt uitgevoerd in een ballon met een luchtverwarmer, moeten ten minste –

(i) ten minste twee opleidingsvluchten van elk 1 uur met een bevoegde instructeur in een ballon met een luchtverwarmer ter voorbereiding van de praktische test binnen de voorafgaande 2 kalendermaanden vanaf de maand van de test;

(ii) één solovlucht in een ballon met een luchtverwarmer; en

(iii) ten minste één vlucht met een gecontroleerde opstijging tot 2 000 voet boven de lanceerplaats.

(i) Voor een bevoegdverklaring voor parachutisten. Een persoon die een aanvraag indient voor een bewijs van bevoegdheid als privévlieger met een bevoegdverklaring voor de categorie gemotoriseerde parachutes moet ten minste 25 uur vliegtijd hebben met een gemotoriseerde parachute, waarvan ten minste 10 uur vliegopleiding met een bevoegde instructeur, waaronder 30 starts en landingen, en 10 uur solovliegtraining in de vluchtuitvoeringsgebieden vermeld in § 61.107(b)(9) en de opleiding moet ten minste omvatten –

(1) één uur vliegopleiding voor overlandvluchten met een gemotoriseerde parachute met inbegrip van een overlandvlucht van één uur met een landing op een vliegveld dat ten minste 25 zeemijlen verwijderd is van het vliegveld van vertrek;

(2) met uitzondering van het bepaalde in § 61.110, drie uur vliegopleiding voor nachtvluchten met een gemotoriseerde parachute met inbegrip van een overlandvlucht van één uur met een landing op een vliegveld dat ten minste 25 zeemijlen verwijderd is van het vliegveld van vertrek(2) met uitzondering van het bepaalde in § 61.110, 3 uur nachtvliegopleiding met een gemotoriseerde parachute, waarvan 10 starts en landingen (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven;

(3) 3 uur vliegopleiding met een bevoegde instructeur met een gemotoriseerde parachute ter voorbereiding op het praktijkexamen, die binnen de voorafgaande 2 kalendermaanden vanaf de maand van het examen moet zijn uitgevoerd;

(4) drie uur solovliegtijd in een gemotoriseerde parachute, bestaande uit ten minste –

(i) één solo-overlandvlucht met een landing op een luchthaven die ten minste 25 zeemijlen verwijderd is van de luchthaven van vertrek; en

(ii) twintig solostarts en -landingen tot stilstand (waarbij elke landing een vlucht in een verkeerspatroon inhoudt) op een luchthaven; en

(5) drie starts en landingen (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon inhoudt) in een luchtvaartuig op een luchthaven met een verkeerstoren die in werking is.

(j) Voor een bevoegdverklaring voor een vliegtuig met gewichtsverplaatsingregeling. Een persoon die een aanvraag indient voor een certificaat als privévlieger met een bevoegdverklaring voor gewichtsverplaatsingscontrole moet ten minste 40 uur vliegtijd registreren, waarvan ten minste 20 uur vliegopleiding met een bevoegde instructeur en 10 uur solovliegtraining op de in § 61.107(b)(10) opgesomde gebieden, en de opleiding moet ten minste omvatten –

(1) drie uur overlandvliegopleiding in een vliegtuig met gewichtsverplaatsingscontrole;

(2) uitgezonderd zoals bepaald in § 61.107(b)(10), drie uur nachtvliegopleiding in een vliegtuig met gewichtsverplaatsingscontrole;

(2) uitgezonderd zoals bepaald in § 61.107(b)(10), drie uur nachtvliegopleiding in een vliegtuig met gewichtsverplaatsingscontrole.110, drie uur vliegopleiding voor nachtvluchten in een vliegtuig met gewichtsverplaatsing met inbegrip van –

(i) één overlandvlucht van in totaal meer dan 75 zeemijl die een landingspunt omvat op een afstand in rechte lijn van meer dan 50 zeemijl van het oorspronkelijke punt van vertrek; en

(ii) tien starts en landingen (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon omvat) op een luchthaven;

(3) drie uur vliegopleiding met een bevoegde instructeur in een vliegtuig met gewichtsverplaatsingsregeling ter voorbereiding op het praktijkexamen, die moet zijn uitgevoerd binnen de voorafgaande 2 kalendermaanden vanaf de maand van het examen;

(4) tien uur solovliegtijd in een vliegtuig met gewichtscontrole, bestaande uit ten minste –

(i) vijf uur solo-overlandvluchten; en

(ii) één solo-overlandvlucht over een totale afstand van 100 zeemijl, met landingen op ten minste drie punten, en waarvan één segment van de vlucht een afstand in rechte lijn is van ten minste 50 zeemijl tussen de start- en landingsplaatsen; en

(5) Drie starts en landingen (waarbij elke landing een vlucht in het verkeerspatroon inhoudt) met een luchtvaartuig op een luchthaven met een operationele verkeerstoren.

(k) Toegestane vrijstelling voor het gebruik van een volledige vluchtnabootser of vliegtrainingstoestel.

(1) Met uitzondering van het bepaalde in paragraaf (k)(2) van deze sectie, kan maximaal 2,5 uur training in een volledige vluchtnabootser of een vluchttrainingstoestel dat de categorie, de klasse en, indien van toepassing, het type luchtvaartuig voorstelt dat bij de gezochte bevoegdverklaring hoort, worden vrijgesteld van de vliegopleidingstijd die volgens deze sectie vereist is, indien ze van een bevoegde instructeur is ontvangen.

(2) Ten hoogste 5 uur opleiding in een vluchtnabootser of vluchttrainingstoestel die representatief is voor de categorie, klasse en type luchtvaartuig, indien van toepassing, die bij de gewenste bevoegdverklaring past, kan voor de in dit deel voorgeschreven vliegopleidingstijd worden vrijgesteld, indien de opleiding wordt gegeven in een cursus die wordt gegeven door een krachtens deel 142 van dit hoofdstuk gecertificeerd opleidingscentrum.

(3) Behalve wanneer de Administrator minder uren goedkeurt, hoeft een kandidaat voor een bewijs van bevoegdheid als privévlieger met een bevoegdverklaring voor vleugelvliegtuigen, draaivleugelvliegtuigen of powered-lift luchtvaartuigen, die met goed gevolg een goedgekeurde cursus voor privévlieger heeft voltooid die is gegeven door een opleidingscentrum dat is gecertificeerd krachtens deel 142 van dit hoofdstuk, in totaal slechts 35 uur vliegervaring te hebben om aan de eisen van deze sectie te voldoen.

(l) Toegestane vrijstelling voor vliegopleiding ontvangen van een vlieginstructeur met een bevoegdverklaring voor sportvlieger. De houder van een certificaat als sportvlieger mag vliegopleidingen, ontvangen van een vlieginstructeur met een bevoegdverklaring als sportvlieger, vrijstellen van de vereisten voor luchtvaartervaring in deze sectie als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

(1) De vliegopleiding werd gegeven in dezelfde categorie en klasse van luchtvaartuigen waarvoor de bevoegdverklaring wordt aangevraagd;

(2) De vlieginstructeur met een bevoegdverklaring als sportvlieger was bevoegd om de vliegopleiding te geven; en

(3) De vliegopleiding omvatte ofwel –

(i) Training op gebieden van vluchtuitvoering die vereist zijn voor zowel een sportvliegbrevet als een privévliegbrevet; of

(ii) voor vliegtuigen met een VH van meer dan 87 knopen CAS, opleiding in het besturen en manoeuvreren van een vliegtuig uitsluitend op basis van de vlieginstrumenten, met inbegrip van rechtuit en horizontaal vliegen, bochten, dalen, klimmen, gebruik van radioapparatuur en richtlijnen van de luchtverkeersleiding, mits de opleiding werd ontvangen van een vlieginstructeur met een bevoegdverklaring als sportvlieger die in het bezit is van een aantekening vereist volgens § 61.412(c).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *