Tricksters and trickery in Zulu Folktales is een onderzoek naar een van de centrale thema’s in Afrikaanse, en in het bijzonder Nguni/Zulu folklore, waarin de trickster figuur een centrale rol speelt. De Zulu’s maken deel uit van de Nguni-groep van de Kintu-sprekende bevolkingsgroepen in Afrika ten zuiden van de Sahara. Hun orale tradities zijn gebaseerd op die van het hele subcontinent, maar vormen ook belangrijke vernieuwingen als gevolg van de contacten van de Nguni met de Khoisan-volkeren en van de geschiedenis die hun redeneringsprocessen heeft gevormd. Volksverhalen zijn een artistieke weerspiegeling van de cultuur, de geschiedenis, de levenswijze, de houding ten opzichte van personen en gebeurtenissen, voortkomend uit de observatie van de natuur en van het gedrag van dieren en mensen, om een “gevoelscultuur” te scheppen waarop de beslissingen van volwassenen zijn gebaseerd. Het huidige onderzoek is gebaseerd op het concept van een semiotisch communicatiesysteem waarbij volksverhaal-“teksten” worden beschouwd als metaforen, die moeten worden gedecodeerd vanuit literair, cultureel en gedragsmatig oogpunt. Het systeem wordt gebruikt om komisch amusement te produceren, maar ook voor onderwijs. Een zorgvuldig onderzoek van de bronnen onthult de centrale rol die de observatie van het open boek van natuurverschijnselen, en in het bijzonder de observatie van het dierenleven, speelt bij de formulering van denkpatronen en van de beeldbank waarop alle artistieke expressie is gebaseerd, zij het in de vorm van spreekwoorden, of vertellingen, of poëzie. Dierlijke observatie toont aan dat de kleine soorten in de strijd om te overleven met een zekere vorm van sluwheid moeten handelen. Het gebruik van trucs in de verhalen kan zowel succesvol als onsuccesvol zijn, en dit vormt de fundamentele indeling van de personages die voortdurend met bedrog worden geassocieerd. Zij passen bedrieglijke patronen toe die gebaseerd zijn op valse overeenkomsten die een illusie scheppen waardoor de bedrieger substitutietechnieken kan toepassen. Hetzelfde trucpatroon wordt echter op grote schaal toegepast, met succes of zonder succes, door een groot aantal andere personages die slechts “gelegenheidsbedriegers” zijn, zoals mensen, om de uitdaging van externe, vaak superieure krachten te overwinnen, of gewoon om gebeurtenissen in hun eigen voordeel te vormen. De oorspronkelijke mal voor de succesvolle trickster figuur in Kintu sprekend Afrika is de kleine Haas. De keuze van dit dierlijke personage wijst op het verbijsterde besef dat kleine wezens alleen kunnen overleven door bedrog in een vijandige omgeving die gedomineerd wordt door machtige doders. De Nguni/Zulu vernieuwing bestaat uit een samengesteld karakter met een dubbele verschijningsvorm: Chakide, de slanke mangoest, een klein vleesetend dier, waarvan de voornaamste folkloristische naam het verkleinwoord Chakijana is; en zijn tegenhanger Hlakanyana, een halfmenselijke dwerg. De vernieuwing bevat een dubbele waarde: de stam-ideofoon hlaka wijst op een intelligent wezen, dat in staat is zijn tegenstanders te slim af te zijn door alle elementen van een situatie te “ontleden” om zwakke punten op te sporen die de mogelijkheid bieden de vijand te verslaan; en om de werkelijkheid op een nieuwe manier te “ordenen”. Dit toont de ambivalente functie aan van bedrog als een kracht voor zowel afbraak als wederopbouw. Chakijana, de kleine slanke mangoest, lijkt in de meeste opzichten op de pan-Afrikaanse haas, maar heeft als bijkomend kenmerk dat hij vleesetend is en dus een genadeloze doder. Hij gebruikt al zijn krachten om te ontsnappen aan grotere dieren, of om andere dieren te veroveren voor voedsel om te overleven. Hlakanyana, die half-menselijk is, kan zowel met mensen als met dieren omgaan; Chakijana is vooral actief in een dierlijke omgeving. De niet-succesvolle trickster figuur in Kintu sprekend Afrika is de Hyena, een kwaadaardige en machtige moordenaar en aaseter, die in het volksgeloof geassocieerd wordt met heksen vanwege zijn nachtelijke gewoonten en zijn graf gravende activiteiten. De Nguni/Zulu vernieuwing is Izimu, een fictief half-menselijk wezen, traditioneel geïnterpreteerd als een kannibaal, een genadeloze en duistere menseneter. Izimu is een andere samengestelde figuur, die overwegend overeenkomt met de Hyena, waaraan hij de meeste van zijn fictieve kenmerken ontleent. De figuur neemt verder kenmerken over van half-mens, half-dier mens-etende monsters die bekend zijn in de folklore van vele Afrikaanse culturen, evenals de ogre-figuur die in Europese verhalen overheerst. Het antropofaag aspect, dat door vroegere onderzoekers als zijn voornaamste kenmerk werd beschouwd, is een eerder secundair kenmerk. De overgang van een zuiver dierlijke figuur (hyena) naar een halfmenselijke figuur stelt dit personage in staat om vooral met mensen om te gaan en zo uiting te geven aan diepgevoelde menselijke zorgen en angsten. Bedrog is het kenmerk van de komedie, de kunst om het leven vanuit een omgekeerd standpunt te bekijken, om niet de norm maar het onverwachte uit te beelden. De metaforen in de folkloristische trucverhalen, als uitdrukkingen van de komedie, zijn dus nogal moeilijk te ontcijferen. De ambivalentie, die zo gebruikelijk is in vele uitingen van de Afrikaanse cultuur, wordt in deze verhalen overheersend. Menselijke bedriegers, die de bedrieglijke sequentie trachten te imiteren, zijn succesvol als hun doelen kunnen worden gerechtvaardigd in termen van cultuur en traditie; maar zijn onsuccesvol als hun doelen de sociale harmonie verstoren. Ambivalentie is ook overheersend in “moderne” trickster-folkties, en in sommige uitingen van de trickster-thema’s in recente literatuur. De trickster-traditie is een belangrijk aspect van de tradities van het Zoeloe-volk en is doorgedrongen in de sociale, educatieve en literaire aspecten van het leven en de cultuur. De Nguni/Zulu vernieuwingen van Hlakanyana/Chakijana en van Izimu wijzen op de dynamiek en innerlijke stabiliteit van de cultuur, een kostbaar erfgoed en een kracht waarop een grote toekomst kan worden gebouwd.