Er is behoefte aan een geïntegreerd denken over causaliteit, waarschijnlijkheid en mechanismen in wetenschappelijke methodologie. Een groot aantal disciplines, variërend van epidemiologie en biologie tot econometrie en natuurkunde, maakt routinematig gebruik van deze concepten om oorzakelijke verbanden af te leiden. Maar elk van deze disciplines heeft zijn eigen methoden ontwikkeld, waarbij causaliteit en waarschijnlijkheid vaak op verschillende manieren lijken te worden geïnterpreteerd, en waarbij de betrokken mechanismen er vaak heel anders uitzien. Deze bonte situatie doet de vraag rijzen of vooruitgang in het begrip van de instrumenten voor causale gevolgtrekkingen in sommige wetenschappen kan leiden tot vooruitgang in andere wetenschappen, dan wel of de wetenschappen werkelijk verschillende concepten gebruiken. Causaliteit en waarschijnlijkheid zijn reeds lang gevestigde centrale concepten in de wetenschappen, met een overeenkomstige filosofische literatuur die de problemen ervan onderzoekt. De filosofische literatuur waarin het begrip mechanisme wordt onderzocht, is daarentegen van recentere datum en er is nog geen duidelijke verklaring van het verband tussen mechanismen en causaliteit en waarschijnlijkheid. Als we causale gevolgtrekkingen in de wetenschappen willen begrijpen, moeten we een uiteenzetting ontwikkelen over de relatie tussen causaliteit, waarschijnlijkheid en mechanisme. Dit boek is een gezamenlijk project van filosofen en wetenschappers om deze vraag, en aanverwante kwesties, aan te pakken zoals ze zich voordoen in een grote verscheidenheid van disciplines in de wetenschappen.