Waarom voedingsmiddelen verrijken?
Het toevoegen van nutriënten aan voedingsmiddelen, vooral aan basisvoedingsmiddelen, kan de inname onder het grootste deel van de bevolking verhogen. In landen waar de inname van bepaalde voedingsstoffen zeer laag is, kan verrijking helpen om ziekten als gevolg van een tekort aan voedingsstoffen te verminderen. Een voorbeeld is de toevoeging van jodium aan zout om jodiumtekort te verminderen.
Verrijking van sommige levensmiddelen kan ook worden gezien als een marketingvoordeel, vooral wanneer de kopers zich enigszins bewust zijn van de “voordelen” van de toegevoegde nutriënt. De toevoeging van een nutriënt kan ook een technisch voordeel bieden (zo is vitamine C een antioxidant en kan het bederf in sommige producten tegengaan), of een rechtstreeks gezondheidsvoordeel voor een subgroep van de bevolking (bijvoorbeeld verrijking van meel met foliumzuur).
Welke levensmiddelen kunnen worden verrijkt?
Er kunnen verschillende levensmiddelen worden verrijkt – de keuze van het levensmiddel hangt af van de voedingsgewoonten van de bevolking/gemeenschap en van de technologische beperkingen (vitamine B12 is bijvoorbeeld onstabiel in zure omstandigheden). Het is echter belangrijk dat het gekozen voedsel door de risicogroepen wordt geconsumeerd en in voldoende hoeveelheden om voldoende van de doelnutriënt te leveren. Veel basisvoedingsmiddelen zijn verrijkt, zoals graanprodukten (bijvoorbeeld meel en ontbijtgranen) en melkprodukten (bijvoorbeeld magere melkpoeders zijn soms verrijkt met vitamine A en D). Andere dagelijkse voedingsmiddelen zoals suiker, olie en zout zijn in sommige delen van de wereld ook verrijkt. In het VK komen, net als in veel andere delen van de wereld, sommige specifieke voedingsmiddelen en dranken niet voor verrijking in aanmerking, bijvoorbeeld alcoholische dranken.
Veiligheid en technische overwegingen
De consumptie van relatief grote hoeveelheden van sommige nutriënten kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarom is het belangrijk dat bij besluiten over de toevoeging van nutriënten aan levensmiddelen rekening wordt gehouden met:
– de inname van de nutriënten uit onverrijkte levensmiddelen
– de verwachte consumptie van het te verrijken levensmiddel
– de fysiologische beschikbaarheid (biologische beschikbaarheid) van de toegevoegde nutriënten
– het waarschijnlijke effect van verrijking op de totale inname van de nutriënt(en)
– het risico van excessieve inname van de toegevoegde nutriënten door “extreme” consumenten van een levensmiddel.
De mogelijke effecten van verrijking (en een verhoogde inname van nutriënten) op andere nutriënten- en gezondheidsindicatoren moeten ook in aanmerking worden genomen, bijvoorbeeld een hoge inname van foliumzuur uit verrijkte voedingsmiddelen (of supplementen) kan een tekort aan vitamine B12 verhullen. Ook kan een hoge inname van bepaalde microvoedingsstoffen de absorptie van andere verstoren, waardoor nieuwe problemen ontstaan. Bovendien moet aandacht worden besteed aan aspecten als de stabiliteit van de toegevoegde nutriënten en het effect op de sensorische kwaliteiten van een levensmiddel (smaak, kleur, textuur).
Bijdragen van verrijkte levensmiddelen aan de inname van nutriënten in het VK
Vetpasta’s zijn door de vrijwillige verrijking belangrijke bronnen van vitamine A en D in de Britse voeding.
Granen en graanproducten spelen een belangrijke rol in de voeding en zijn een belangrijke bron van veel nutriënten voor zowel kinderen als volwassenen, deels vanwege de verplichte verrijking van alle tarwemeel (behalve volkoren) met ijzer, thiamine en niacine, en alle meelsoorten (behalve volkoren en sommige zelfrijzende soorten) met calcium. Veel ontbijtgranen worden ook op vrijwillige basis verrijkt en volgens het nationale voedingsonderzoek (NDNS) dragen deze bij tot 20%, 29% en 23% van de gemiddelde ijzerinname van respectievelijk Britse volwassenen, jongens en meisjes. Verrijkte ontbijtgranen dragen ook bij tot 13% van de gemiddelde dagelijkse vitamine D-inname bij mannen en vrouwen, 20% van de gemiddelde dagelijkse vitamine D-inname bij meisjes en 24% bij jongens.
Voedingsmiddelen die worden geproduceerd voor veganisten en vegetariërs, zoals sojaproducten, worden vaak vrijwillig verrijkt met vitamine B12. Aangezien voedingsmiddelen van plantaardige oorsprong deze vitamine van nature niet bevatten, vormen verrijkte voedingsmiddelen de enige voedingsbron van vitamine B12 voor veganisten. Sommige sojadranken zijn ook verrijkt met calcium, wat belangrijk is voor mensen die geen zuivelproducten consumeren, de belangrijkste bron van calcium in het Britse dieet.
Veel bereide voedingsmiddelen voor zuigelingen zijn verrijkt, met name met ijzer en sommige met vitamine D, hoewel de voedingssamenstelling van deze producten streng wordt gecontroleerd door een aantal Europese verordeningen.
Overige voedingsmiddelen, zoals maaltijdvervangers, sportdranken, afslankproducten en voedingsmiddelen voor bepaalde groepen, worden vaak verrijkt, waarbij sommige categorieën worden gecontroleerd door specifieke wetgeving waarin de hoeveelheid en de soorten voedingsstoffen die mogen worden toegevoegd, zijn vastgelegd. De nutriënten in deze voedingsmiddelen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de voeding van de mensen die ze eten.