- Inleiding tot volledig lichamelijk onderzoek
- Wat gebeurt er tijdens een lichamelijk onderzoek?
- Complicaties
- Kankerscreening
Inleiding tot volledig lichamelijk onderzoek
Een volledig lichamelijk onderzoek is een algemeen onderzoek van het lichaam dat wordt uitgevoerd door de arts of huisarts (huisartspraktijk). Het onderzoek omvat de meeste basissystemen van het lichaam, waaronder het hartstelsel, het longstelsel, het darmstelsel en het onderzoek van het zenuwstelsel. Afhankelijk van de klinische scenario’s kunnen extra onderzoeken worden toegevoegd. Het doel van een volledig lichamelijk onderzoek is het bevestigen van eventuele aanwezige problemen na de klinische anamnese; en het vinden van mogelijke pathologieën die aanwezig zijn maar nog niet bekend zijn.
Clinische anamnese en lichamelijk onderzoek zijn het essentiële onderdeel van de geneeskunde sinds de westerse geneeskunde eeuwen geleden werd opgericht. Maar met de vooruitgang van technologisch onderzoek worden veel ziekten gediagnosticeerd met bloedonderzoek en beeldvormend onderzoek. Veel ziekten worden met behulp van moderne technologie eerder gediagnosticeerd waar vroeger bij lichamelijk onderzoek niets kon worden gevonden, bijvoorbeeld prostaatkanker, darmkanker, enz.
Het Medical Journal of Australia Editorials, over “Lichamelijk onderzoek: behekst, gehinderd en verbijsterd”, citeert dat: “Samen met de anamnese is lichamelijk onderzoek het best bewaarde geheim van de arts – krachtig, draagbaar, snel, goedkoop, duurzaam, reproduceerbaar en leuk … Wij bevelen een grondige check-up aan. Bij voorkeur door een arts die de tijd neemt om te kijken, te luisteren, zelfs aan te raken.” Hieruit blijkt hoe belangrijk lichamelijk onderzoek is in de medische praktijk.
Wat gebeurt er tijdens een lichamelijk onderzoek?
Voordat een lichamelijk onderzoek wordt uitgevoerd, zal de arts toestemming vragen aan de patiënt. Als de patiënt van een ander geslacht is dan de arts, kan een chaperonne nodig zijn (vooral als een mannelijke arts een vrouwelijke patiënt onderzoekt). Meestal zullen sommige delen van het lichaam ontbloot moeten worden, en ook daarvoor wordt toestemming gevraagd.
Het lichamelijk onderzoek begint meestal met de vitale functies, zoals hartslag, bloeddruk, ademhalingsfrequentie en temperatuur.
In het algemeen zijn er 4 onderdelen van het lichamelijk onderzoek:
- Inspectie: zoeken naar tekenen
- Palpatie: voelen naar tekenen
- Percussie: kloppen op tekenen, gebruikt bij long- en/of darmonderzoek.
- Auscultatie: luisteren met behulp van de stethoscoop, of vroeger puur met het oor.
Niet al deze zaken zullen bij het systeemonderzoek aan de orde komen, maar de meeste wel.
Afhankelijk van de opleiding van de arts kan de volgorde van de behandelde systemen anders zijn. Maar alle lichamelijke onderzoeken zijn erop gericht om meer te weten te komen over de ziekte die de patiënt heeft, of over mogelijke ziekten die nog moeten worden vastgesteld.
Tijdens het lichamelijk onderzoek streeft de arts ernaar om de patiënt zo comfortabel mogelijk te houden. Soms moeten echter gevoelige plekken worden aangeraakt en onderzocht voor een nauwkeurige of betrouwbare diagnose.
Na het lichamelijk onderzoek zal de patiënt worden gevraagd zich aan te kleden, waarna de arts de klinische bevindingen aan de patiënt zal vertellen. In combinatie met de klinische voorgeschiedenis zal de arts overgaan tot onderzoek, of de ziekte alleen op basis van deze 2 bevindingen behandelen.
Complicaties
Behoudens enig ongemak voor sommige patiënten, heeft lichamelijk onderzoek meestal geen ernstige risico’s.
Kankerscreening
Omdat lichamelijk onderzoek weinig kost (alleen de kosten van deskundigheid zijn nodig), niet-invasief is (d.w.z. dat het op geen enkele manier de lichaamsholte binnendringt) en mogelijk onthullend is, wordt het aanbevolen als screeningstest voor bepaalde ziekten zoals borstkanker, huidkanker en zelfs prostaatkanker. Deze screeningtests moeten worden uitgevoerd in samenhang met de klinische voorgeschiedenis van de patiënt en moeten dus met de arts worden besproken.