Als je naar een regenboog in de lucht kijkt, zie je tinten rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Vraagt u zich wel eens af wat uw kat ziet als hij naar een regenboog kijkt? Kan uw kat hetzelfde kleurengamma onderscheiden als u? Ziet hij stroken zwart en wit? Zien de kleuren er wazig uit?
Hoe katten kleuren zien is al lange tijd onderwerp van onderzoek en de resultaten zijn behoorlijk verbazingwekkend. Hoewel katten niet alle kleuren kunnen zien zoals mensen, is hun wereld niet helemaal zwart-wit. In feite leven katten in een behoorlijk kleurrijke wereld.
Wat maakt een kleur zo “kleurrijk?”
Kleur wordt waargenomen door de zenuwcellen in het oog. Het netvlies van het oog heeft twee hoofdtypen cellen – staafjes en kegeltjes. Het vermogen om kleuren te onderscheiden wordt bepaald door de aanwezigheid van de speciale kleurgevoelige cellen die “kegeltjes” worden genoemd. Menselijke en katachtige ogen hebben drie soorten kegeltjes die combinaties van rood, blauw en groen kunnen identificeren. Maar omdat mensen 10 keer meer kegeltjes hebben dan katten, kunnen zij meer kleurvariaties waarnemen. In wetenschappelijke observaties lijken katten niet het volledige kleurengamma waar te nemen dat mensen kunnen waarnemen. Sommige wetenschappers geloven dat katten alleen blauw en grijs zien, terwijl anderen denken dat ze ook geel zien zoals hun hondachtige tegenhangers.
Net zoals kegeltjes verantwoordelijk zijn voor het onderscheiden van kleuren, hebben staafjes ook een speciale taak te vervullen. Staafjes detecteren lichtniveaus en beweging. Katten hebben meer staafjes dan mensen, waardoor ze een voorsprong hebben als het gaat om het zien bij weinig licht of het herkennen van bewegende voorwerpen.
Hoe verhoudt het gezichtsvermogen van de kat zich tot dat van de mens?
Het is niet omdat katten niet het hele kleurenspectrum kunnen waarnemen dat mensen dat wel doen, dat ze geen verschillende kleuren waarnemen. Ze zien alleen niet altijd de “echte” kleur van een voorwerp. Ze zijn ook minder gevoelig voor veranderingen in helderheid, dus ze hebben niet het vermogen om kleur waar te nemen in de rijke, levendige tinten die wij hebben.
Naast kleurwaarneming hebben katachtigen en mensen nog andere visuele verschillen. In sommige opzichten is het gezichtsvermogen van katten niet zo scherp als dat van mensen. Katten zijn bijziender dan wij. Wanneer wij naar een voorwerp kijken vanaf dezelfde afstand, kan het voorwerp voor ons scherp lijken, maar wazig voor onze katten. Bijvoorbeeld, als een mens een voorwerp duidelijk ziet op een afstand van 100 voet, zal het wazig lijken voor een kat. In feite zal het voorwerp pas scherp lijken als de kat er veel dichter bij is, op ongeveer 20 meter afstand.
Wat zijn andere visuele verschillen tussen katten en mensen?
Om deze kleine tekortkomingen te compenseren, hebben katachtigen andere visuele voordelen. Katten hebben ogen die meer aan de zijkant van hun kop staan, waardoor ze een breder perifeer gezichtsveld hebben dan wij. In ruil daarvoor hebben ze een kleinere gezichtsscherpte, zodat ze niet zo goed diepte kunnen zien als wij.
Katten hebben ook elliptische pupillen die maximaal verwijden, zodat ze zoveel mogelijk licht kunnen opvangen. Ze hebben ook reflecterende cellen onder het netvlies, die het tapetum vormen. Het tapetum geeft katten het uiterlijk van een “glimmend oog” en verbetert ook hun vermogen om bij weinig licht te zien.
“Vergeleken met mensen zien
katten beter bij weinig licht (schemering en dageraad)
en kunnen ze beweging nauwkeuriger waarnemen.”
Katten hebben ook meer staafcellen in het netvlies dan hun menselijke vrienden. Staafjes zijn verantwoordelijk voor het waarnemen van beweging, zelfs kleine bewegingen op grote afstand. Vergeleken met mensen zien katten dus beter in schemerig licht (schemer en dageraad) en nemen ze beweging nauwkeuriger waar.
Waarom zien katten wat ze zien?
Katten zijn uitgerust met de visuele aanpassingen die hen in staat stellen in het wild te overleven en te gedijen. Goed zien bij weinig licht en het oppikken van lichte bewegingen in het bos op grote afstand verbeteren de jachtmogelijkheden van de kat. Deze eigenschappen helpen een kat ook te weten wanneer hij de prooi is en moet vluchten.
Weten hoe en wat uw kat kan zien, helpt u goede keuzes voor haar te maken. Houd bijvoorbeeld rekening met het kleurenpalet van uw kat bij het kopen van speelgoed. Hij zal geel en blauw speelgoed leuker vinden dan rood. En u zult begrijpen waarom hij plotseling alert wordt als hij op de vensterbank zit en een vogel bekijkt die 50 meter verderop vliegt. U zult ook weten dat om zijn volledige aandacht te krijgen, u recht voor hem moet gaan staan waar zijn gezichtsveld het grootst is.
“Uw kat zal geel en blauw
speelgoed leuker vinden dan rood.”
En de volgende keer dat u het geluk heeft een regenboog in de lucht te zien, kunt u er zeker van zijn dat uw kat daar ook van kan genieten. Hij zal niet ALLE kleuren van de regenboog zien, maar misschien wel een beetje geel en blauw. En dat is prima voor hem!