Door: Dr. Laurel D. Hansen – Spokane Falls Community College and Washington State University
Mieren blijven een van de meest voorkomende insecten waarvoor huiseigenaren een beroep doen op de diensten van ongediertebestrijders (PMP’s). In de recente NPMA enquête onder PMP’s waren tapijtmieren, stinkende huismieren en straatmieren de drie meest genoemde plaagmieren. De lijst van mieren die huiseigenaren en bedrijven in het hele land plagen is echter veel langer. Alle mieren zijn sociaal, zodat wanneer mieren aanwezig zijn, zij in grote aantallen voorkomen. Sociale insecten hebben een arbeidsverdeling (voortplanters en werksters), een overlapping van generaties, en ze zorgen voor broedsel. Omdat er slechts één, of bij sommige mieren meerdere, reproductieve koninginnen aanwezig zijn, kan het beheer gecompliceerd zijn omdat de uitschakeling van de koningin belangrijk is om de plaag te elimineren. Hoewel mieren zelden betrokken zijn bij de overdracht van ziekten, kan hun aantal overweldigend zijn voor huiseigenaren, omdat ze zich bij voorkeur op vochtige plaatsen ophouden, zoals badkamers en keukens, en gemakkelijk zichtbaar zijn voor huiseigenaren. De mieren worden vaak aangetrokken door voedsel en worden zo ongewenste gasten in huis.
Dit zijn slechts drie mieren of groepen mieren van de vele die problemen opleveren voor huiseigenaren. Veel meer mieren komen voor in specifieke gebieden en kunnen meer problemen veroorzaken. De eerste stap in mierenbeheer is identificatie. Kennis van de biologie en het gedrag is van fundamenteel belang voor de toepassing van de beste bestrijdingsstrategie. Zoek hulp voor mieren die u niet gemakkelijk kunt identificeren.
-
Carpenter mieren
Carpenter mieren vormen een extra punt van zorg voor huiseigenaren omdat deze mieren structureel schade kunnen aanrichten. Ze ‘bouwen’ niet zoals timmerlieden, maar ze graven hout op en kunnen na verloop van tijd schade aanrichten als ze niet worden aangepakt. Zoals veel mieren voeden timmermieren zich met honingdauwproducerende insecten, zoals bladluizen. Deze mieren foerageren buiten de constructie en vinden nestplaatsen binnen de constructie, zoals onder isolatie, in holtes, in kruipruimtes of op zolders. Deze mieren voeden zich niet met hout, maar graven ruimte uit voor nestplaatsen en paden naar foerageergebieden. Een volgroeide timmermierenkolonie omvat vaak een oudernest met koningin en broedsel, plus (een) satellietnest(en) met volgroeid broedsel, werksters, en vaak gevleugelde vormen ter voorbereiding op de volgende paringsvlucht. De oudernesten bevinden zich vaak buiten het bouwwerk, terwijl de satellietnesten zich binnen het bouwwerk bevinden. Er zijn een aantal soorten timmermieren die in Noord-Amerika voorkomen. Deze variëren in kleur, maar hebben allemaal hetzelfde nestgedrag, namelijk het uitgraven van hout. Ook binnen een kolonie komen timmermieren voor in verschillende groottes, maar ze zijn in profiel te herkennen aan het gladde thoracale dorsum.
-
Oetende huismieren
Eetende huismieren, een belangrijke overlastgevende mier, hebben kolonies met veel koninginnen en veel woningen. Deze huizen zijn vaak tijdelijk en worden gevonden onder stukken hout of puin in landschapsarchitectuur. Net als bij timmermieren foerageren deze mieren op honingdauw van bladluizen die in de vegetatie leven. Als er problemen zijn met de landschapsarchitectuur en bomen, struiken of planten in contact staan met de structuur, zal dit een gemakkelijke toegang vormen tussen de structuur en de foerageergebieden. Constructies moeten volledig vrij zijn van elk contact met vegetatie waar de mieren vanuit de vegetatie naar de constructie kunnen lopen. Door het meervoudige koninginnenaspect en de tijdelijke nestplaatsen is deze mier moeilijk te bestrijden. De werksters van deze mier zijn allemaal van één grootte. Ze veroorzaken geen structurele schade, maar door de grote aantallen die vaak aanwezig zijn, kunnen ze bijzonder hinderlijk zijn voor huiseigenaren. Deze mieren bijten niet en steken niet.
-
Stoepmieren
Stoepmieren hebben ook veel koninginnen, maar deze mieren nestelen zich onder stenen of bestrating. Huiseigenaren zijn zich bewust van deze mieren omdat ze het zand en de grond onder betonplaten, patio’s, trottoirs, opritten, of in kelders uitmijnen. Sommigen noemen deze mier een metselmier vanwege zijn nestgedrag, waarbij hij het substraat verplaatst. Deze mieren zijn één groot, maar bezitten wel een angel. Een mens wordt niet snel gestoken, tenzij de mier in nauwe omstandigheden wordt betrapt, zoals het laten rusten van een arm of been boven een aangetaste plek zoals in een gazon. Deze mieren foerageren ook in structuren op voedselvoorwerpen en zullen zich voeden met alles wat zoet of vettig is. Omdat deze mieren ondergronds leven en meerdere koninginnen hebben, zijn er problemen geweest met het beheer.