Martha Dandridge Custis Washington was de eerste First Lady van de Verenigde Staten. Washington wordt niet alleen herinnerd als de first lady van de natie die een voorbeeld was voor haar toekomstige first ladies, maar ook als echtgenote, moeder en bezitter van onroerend goed. Ze is een voorbeeld van kracht tijdens de Revolutionaire Oorlog, en als de eerste dame van een nieuwe natie.
Martha Dandridge werd op 2 juni 1731 geboren op Virginia’s Chestnut Grove Plantation gelegen in New Kent County, Virginia. Zij was de oudste van acht kinderen van John en Frances Dandridge en genoot als kind van een welvarend leven. Martha leerde lezen en schrijven, wat in die tijd voor vrouwen in Virginia ongebruikelijk was. Ze las de bijbel en ook romans en tijdschriften, en ze schreef brieven, waarvan er vandaag de dag nog verschillende bewaard zijn gebleven.
Op 15 mei 1750 trouwde Martha Dandridge met de 38-jarige Daniel Parke Custis. Samen kregen ze vier kinderen. Slechts twee, John (Jack genoemd) en Martha (Patsy genoemd), overleefden de kindertijd. Toen haar man in 1757 stierf, liet hij Martha een grote erfenis na, waardoor ze rijk werd – iets wat een eeuw later minder waarschijnlijk was. Deze erfenis omvatte 17.500 acres land en 300 tot slaaf gemaakte mensen.
Martha ontmoette George Washington in 1758. Washington bezat de plantage Mount Vernon en was de bevelhebber van de strijdkrachten van Virginia tijdens de Franse en Indiaanse Oorlog. Tien maanden na hun ontmoeting trouwden ze en zij en haar twee overlevende kinderen verhuisden naar Mount Vernon. Haar nieuwe echtgenoot speelde een actieve rol in het leven van de kinderen, maar het noodlot sloeg weer toe toen Patsy op 17-jarige leeftijd aan een epileptische aanval overleed.
Omdat haar echtgenoot vaak op reis was voor militaire en zakelijke aangelegenheden, was Martha Washington de effectieve manager van het huishouden. Tijdens de Revolutionaire Oorlog bracht ze elke winter door in de militaire kampementen met Generaal Washington, waar ze sokken maakte voor de soldaten en geld inzamelde voor andere benodigdheden.
Martha Washington verloor haar laatste levende kind tijdens de Revolutie. Jack stierf op 26-jarige leeftijd aan “kampkoorts”. Twee van zijn kinderen, Nellie Parke Custis en George Washington Parke Custis, kwamen in Mount Vernon wonen en werden door hun grootouders opgevoed.
De Revolutionaire Oorlog eindigde in 1783 en generaal Washington keerde terug naar Mount Vernon. Zowel George als Martha keken uit naar een rustige oude dag in hun geliefde huis. Het land had echter andere plannen en George Washington werd in 1789 de eerste president van de nieuwe natie. “Lady Washington verhuisde met haar man naar New York City, de eerste hoofdstad van het land. In een poging om toegankelijk te zijn voor het publiek, hield ze vrijdagavond recepties genaamd “levees.” Deze avonden stonden open voor zowel mannen als vrouwen en volgden de Europese tradities van het hof houden, maar dienden ook als voorbeeld van sociale etiquette voor elke first lady om te volgen. Het jaar daarop verhuisden de Washington’s naar de nieuwe hoofdstad: Philadelphia, Pennsylvania.
Tijdens haar verblijf in New York en Philadelphia nam Martha een slavin, Ona (Oney) Judge, mee om als bediende te dienen. Kort voordat zij terugkeerde naar Mount Vernon, ontsnapte Judge uit slavernij met hulp van de vrije Afro-Amerikaanse gemeenschap in Philadelphia. Hoewel de Washington’s er bij Judge op aandrongen om terug te keren, weigerde ze. Judge kreeg een leven in vrijheid in New Hampshire, waar ze geletterd werd, zich bekeerde tot het christendom, trouwde en haar eigen gezin kreeg.
De Washington’s keerden uiteindelijk terug naar Mount Vernon in 1797, na de inauguratie van John Adams als president. George Washington stierf slechts twee jaar later in 1799. Na de dood van haar man verhuisde Washington van hun gedeelde slaapkamer naar een kamer op de derde verdieping van het landhuis. Ze besloot de brieven tussen haar en haar man te verbranden, zodat er weinig over hun correspondentie bekend is. In het testament van de president stond dat zijn 160 slaven bij Martha’s dood zouden worden vrijgelaten. Martha vreesde echter voor haar veiligheid en daarom bevrijdde zij de tot slaaf gemaakte mensen van haar overleden echtgenoot ongeveer een jaar na zijn dood.
Martha Dandridge Custis Washington overleed op 22 mei 1802. In haar testament gaf ze haar land, geld en kostbaarheden, waaronder zilver en portretten, weg, maar had het nooit over slaven. Zoals typisch was voor die tijd, gaf Martha ook geld voor de opleiding van haar neven, maar niet voor die van haar nichten. De slaven die onder de controle van de Washington’s bleven, werden “dower slaves” genoemd, en na Martha’s overlijden bleven zij slaven, en werden verdeeld onder de kleinkinderen en familieleden van Custis.
Martha Washington deelde meer dan twee decennia lang haar echtgenoot met Amerika, terwijl zij de gastheerschapstaken op zich nam, evenals de privé-eigendommen en het bedrijfsbeheer van het echtpaar. Zij was het voorbeeld voor toekomstige first ladies en wordt erkend voor de moed waarmee zij de dood van al haar kinderen tegemoet trad. Martha Dandridge Custis Washington diende als voorbeeld van persoonlijke moed in de barre dagen van de revolutie en in een fragiele nieuwe natie.